Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

 

Gekoppelde paragrafen met "Geloof"

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

André Rivet (1572 - 1651)

André Rivet (1572 - 1651)

De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.

Hoofdstuk 33 Over de rechtvaardigmaking van de mens voor God

33.25Door het geloof

Van onze zijde dus worden wij ‘door het geloof’ (Rom. 5:2; Hand. 26:18) en ‘uit het geloof’, en ‘door middel van (per) het geloof’ (Rom. 3:30) gerechtvaardigd, en rechtvaardigt God ons. ‘Door het geloof’, zeg ik ‘in God en in Jezus Christus den Heere’ (Hand. 26:18), ‘uit geloof tot geloof’ (Rom. 1:17), en wel ‘door het geloof zonder de werken’ bij uitsluiting (exclusive); ‘door het geloof’ en niet door de werken der wet, ‘tegenover elkander gesteld’ (opposite), en niet dan uit ‘het geloof, en alleen door het geloof’, dat is door het geloof alleen (Rom. 3:28,30; Gal. 2:16; Luk. 8:5). Vandaar ook dat deze gerechtigheid genoemd wordt, ‘gerechtigheid van het geloof’ (Rom. 4:11,13); ‘rechtvaardigheid van God uit en door het geloof van Jezus Christus’ (Rom. 3:22; Rom. 9:30), ‘rechtvaardigheid die uit God is in het geloof’ (Filipp. 3:9). En dit geloof en de rechtvaardigheid uit het geloof wordt evenzo gesteld tegenover de wet en de werken en verdiensten.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 3 Over de canonieke en apocriefe boeken

3.40De Twaalf Artikelen (symbolum apostolicum)

Wat betreft de samenvatting (symbolum) van geloof en hoop, die is door de ouden ook genoemd: ‘het geloof, ‘het algemeen geloof’, ‘uitlegging’, ‘overeenstemming of belijdenis’; ‘regel en maatstaf’, ‘artikelen en hoofdstukken van geloof en waarheid’ en ‘symbolum van de apostelen’, (Synode van Laodicea, hoofdstuk 46; Ireneus, Adversus haereses, boek 1, hoofdstuk 1 en 2; Tertullianus, Liber de praescriptionibus en Liber adversus Praxeam; Hieronymus, Epistulae,Ad Paumachius; Augustinus, Sermones de temporibus, 19 en De fide et symbolo; Ambrosius, Epistula 81).

Het is ook vóór de Synode van Nicea, in de kerken hier en daar (allermeest wegens de opgekomen ketterijen) weliswaar niet zakelijk, maar in woorden een weinig verschillend geweest. In de Oosterse echter is het ongeschonden bewaard. En het wordt een ‘symbolum’, dat is een samenvatting (collatio) of ‘teken’ (nota) genoemd, omdat daarin, met een verwonderlijke eenvoudigheid, een samenvatting en samenlezing van het christelijk geloof gegeven is. En omdat het voor alle gelovigen tot een teken, aanwijzing en kenteken zou zijn, waarmee zij onder elkaar de eenheid betuigden, en van de ongelovigen en de ketters onderscheiden werden. (Clemens van Rome, Epistola Clementis ad Jacobum, Rufinus, Commentarius in symbolum apostolorum) echter noemen het Apostolicum, óf omdat het door de apostelen, die over de gehele wereld uiteengingen, samengesteld is, gelijk sommigen schrijven (doch niet met genoegzame geloofwaardigheid) niet dat ieder er apart zijn afzonderlijk artikel toe bijdroeg (vanwaar zij het aantal van twaalf afkomstig maken, en dat zeker ten onrechte, tenzij dan ter wille van het geheugen), maar het is met gemeenschappelijke eenstemmigheid opgesteld, Augustinus, Sermones, de Temp.115. Of liever, omdat het door de apostolische vaders, of door de oude kerk uit de leer en de geschriften der apostelen, als de hoofdsom daarvan, met bijna even zoveel woorden is samengelezen en opgesteld, in de kerken, tenminste in die van het Oosten, door de catecheten aan de catechumenen mondeling is overgeleverd om in het geheugen te prenten, — en dan door de dopelingen, die de duivel plechtig afzwoeren, en God beleden, opgezegd is, (Augustinus, De symbolo sermo ad catechumenos, boek 1;   Synode van Laodicea, hoofdstuk 46; Matth.28:19). Dit is, zeg ik, zoal niet door de auteur, dan toch wel zakelijk, en bijna woordelijk, geheel en al Goddelijk.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 5 Over de duidelijkheid en de uitlegging van de Heilige Schrift

5.37Geen Individualisme

Toch maken wij daarom niet de individuele (privatum) geest van een ieder tot hoogste rechter van het geloof van de afzonderlijke personen veel minder nog van dat van de gehele kerk, maar het Woord van God alleen en de Heilige Geest, Die uit de Heilige Schrift datzelfde geloof, althans in de noodzakelijke leerstellingen aan de gehele ware kerk, en de afzonderlijke ware leden daarvan, uit diezelfde fundamenten verzegelt.

Naar paragraaf