Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Heiligmaking - Opstanding nieuwe mens

 

Gekoppelde paragrafen met "Heiligmaking - Opstanding nieuwe mens"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.

Boek VI - Hoofdstuk 8 De heiligmaking

8.11Het eerste deel van de heiligmaking: de doding van de oude mens

Het eerste deel van de heiligmaking is de doding van de oude mens, waardoor degenen ‘die van Christus zijn, het vlees kruisigen met de bewegingen en begeerlijkheden’ (Gal. 5:24). 

  1. Enerzijds is er de ‘oude mens’. Deze wordt ook wel genoemd: 

    • Het ‘lichaam der zonde’ (Rom. 6:6).

    • Het ‘vlees’ (Rom. 8:6,7).

    • Onze ‘leden die op de aarde zijn’ (Kol. 3:5).

    Onder de ‘oude mens’ wordt de verdorvenheid (2 Petr. 2:19) en de zonde verstaan (Rom. 7:13,14), zowel de oorspronkelijke inwonende zonde (vers 20) als de dadelijke* ofwel de zondigende zonde (vers 13). Deze wordt:

    • Een ‘mens’ genoemd, omdat ze de gehele mens bezet en, door al zijn delen, capaciteiten* en leden verspreid, om zo te zeggen een volledige mens vormt (Rom. 7:18). Ze wordt ook aangeduid met een ‘lichaam der zonde’ (Rom. 6:6), insgelijks een ‘lichaam des doods’ (Rom. 7:24), waaraan ook zijn ‘leden’ toegeschreven worden (Kol. 3:5). 

    • Ook de ‘oude’ mens, omdat hij al met Adam begonnen is (Rom. 5:12) en met ieder van ons geboren wordt (Ps. 51:7), en bijgevolg aan de vernieuwing voorafgaat (1 Kor. 15:49). 

  2. Anderzijds is er het ‘doden’ (Kol. 3:5). Dit wordt ook wel ‘kruisigen’ genoemd (Gal. 5:24).

    Onder het ‘doden’ wordt niets anders verstaan dan die verdorvenheid op allerlei manier ten onder te brengen, te bedwingen en tot dienstbaarheid te brengen (1 Kor. 9:27), tot zolang dat zij, met ons natuurlijke leven, uiteindelijk geheel en al sterft en als het ware begraven wordt (Rom. 6:4). 

Naar paragraaf