Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

 

Gekoppelde paragrafen met "Toepassing - Daden"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.

Boek VI - Hoofdstuk 1 De aard van de toepassing

1.5De Oorzaak van de toepassing is de gehele Heilige Drie-eenheid, en dat door drie daden

In het stuk van deze toepassing komt de eerste en voornaamste beurt toe aan God, als ‘overste Leidsman en Voleinder des geloofs’, en dus ook der zaligheid (Hebr. 12:2). En wel aan alle afzonderlijke Personen van de Godheid, volgens onze tekst 1 Petrus 1:2, met een onderscheiden wijze van werking van iedere Persoon:

  • Aan de Vader, door de ‘voorkennis’ ofwel de bepaling* van de te verlossen mensen.

  • Aan de Zoon, door de bestemming van Zijn ‘bloed’ ofwel Zijn verlossing voor diegenen alleen, die de Vader aangewezen heeft om gelost te worden.

  • Aan de Heilige Geest, door de ‘heiligmaking’ van de te verlossen mensen. 

Terwijl deze drie Personen dus de Veroorzakers en Werkmeesters zijn, houdt de toepassing van de verlossing drie daden in. 

Naar paragraaf