Klik op één
van de segmenten!
Wedergeboorte - Wie
Gekoppelde paragrafen met "Wedergeboorte - Wie"
Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4
Petrus van Mastricht (1630-1706)
Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.
Boek VI - Hoofdstuk 3 De wedergeboorte
3.8Ten tweede: degenen die wedergeboren zullen worden
Degenen die wedergeboren zullen worden, zijn:
Mensen, met verstand en wil begaafd, aan wie Hij, overeenkomstig hun redelijke natuur, al eerder de verlossing heeft aangeboden, om door hen aangenomen te worden. Daarom wil Hij met hen niet als met stokken en blokken of redeloze dieren handelen, zoals wij gezegd hebben.
Uitverkoren mensen (1 Petr. 1:2,3; 1 Petr. 2:9), want de wedergeboorte is niet een algemene gave, maar vloeit voort van een allermeest onderscheidende genade, namelijk van een overgrote liefde (Ef. 2:5) en van een overgrote barmhartigheid (1 Petr. 1:2,3).
Verlosten. Daarom eigent Petrus de wedergeboorte toe aan de besprengden met het bloed van Jezus Christus (1 Petr. 1:2,3).
Tot nu toe dood in de zonden (Ef. 2:1,5,6), want ook niemand kan door de wedergeboorte levend gemaakt worden tenzij hij geestelijk dood is.
Laat ik eraan toevoegen dat een mens geheel en al wedergeboren wordt (1 Thess. 5:23), ten aanzien van verstand, wil, aandoeningen,* sensitieve* capaciteiten,* enzovoort, zodat alles levend en nieuw wordt (2 Kor. 5:17), evenals door de natuurlijke geboorte alle delen van een mens levend gemaakt worden. Zo is ook de gehele mens door de zonde ziek en dood (Jes. 1:5,6).