Klik op één
van de segmenten!
Heerlijkmaking - In dit leven
Gekoppelde paragrafen met "Heerlijkmaking - In dit leven"
Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4
Petrus van Mastricht (1630-1706)
Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.
Boek VI - Hoofdstuk 9 De heerlijkmaking
9.6Het eerste tijdperk van de verheerlijking: de aanvang
Er worden drie tijdperken van deze heerlijkmaking opgemerkt, zoals wij al eerder aangestipt hebben.
Het eerste tijdperk is haar aanvang, die voorvalt in dit leven, wanneer God aan degenen die verheerlijkt zullen worden, de eerstelingen van de toekomstige oogst (Rom. 8:23, vgl. met Rom. 11:16), en een voorsmaak schenkt (Ps. 34:9; Ps. 35:1,8-11; Ps. 65:5; Ps. 16:11), waardoor de onvolmaaktheid die gewoon is voor de verheerlijking onder dit tijdperk, enigszins hersteld wordt.
De eerste trap: de overbrenging in de staat der genade en der gelukzaligheid
Deze begonnen heerlijkmaking heeft ook weer haar trappen.*
De eerste plaats in die trappen beslaat de overbrenging zelf van de zondaar uit de staat van de zonde, de dood en de verdoemenis in de staat van de genade, het leven en de gelukzaligheid. Deze gehele overbrenging wordt verricht door die toepassing, waarvan wij tot hiertoe gesproken hebben: door de roeping, de wedergeboorte, de bekering, de vereniging met Christus, de rechtvaardiging, de aanneming tot kinderen en de heiligmaking. In deze weldaden is de grondslag van alle heiligmaking, aangezien wij daardoor van Gods vijanden Zijn vrienden gemaakt worden (Joh. 15:15; Jak. 2:23), en God Zijn liefde uitstort in onze harten door de Heilige Geest (Rom. 5:5). En hierin bestaat voornamelijk de heerlijkmaking van dit leven (Ps. 33:1,2; Matth. 5:3-11; Joh. 3:36; Joh. 17:3; Rom. 5:10).