Klik op één
van de segmenten!
Verzoening met God
Gekoppelde paragrafen met "Verzoening met God"
Handboek Dogmatiek
Johannes à Marck (1656-1731)
Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.
Hoofdstuk 28 De wedergeboorte, de aanneming, de verzoening en de verlossing
28.12De naam ‘verzoening’
De ‘verzoening’ komt ons eveneens heel dikwijls in de Schrift voor. Zij komt ook weer overeen met de roeping en de rechtvaardigmaking, en betekent zoveel als een ‘openbare vereniging van degenen die tevoren vijandig verdeeld waren’.
Men merkt de ‘verzoening’ hier aan:
Niet zoals zij tussen de mensen onderling, hetzij weinig of veel, over enig geestelijk of lichamelijk belang, plaatsvindt. In die zin is zij ook een plicht van de mens (Matth. 5:24) en een zegen van God (Spr. 16:7; Ef. 2:14-15).
Maar zoals zij plaatsvindt tussen God en de mensen, zowel in de bijzondere daden van de ophouding van Gods toorn en de boosheid van de mens, als vooral in de wegneming van de natuurlijke staat van onderlinge vijandschap vanwege de zonde. Hierbij werkt de mens zodanig door de Geest in de omhelzing van Gods genade, dat de zaak ons echter met recht meermalen voorkomt als een Goddelijke weldaad omtrent ons.
Definitie van de verzoening
Men beschrijft de verzoening als: ‘Een weldaad van het genadeverbond, waardoor de uitverkorenen, die van nature vijanden Gods zijn, door Christus’ bloed en Geest tot een blijde vrede en vriendschap met God worden hersteld, tot hun eeuwig heil en Gods eer.’