Klik op één
van de segmenten!
Sacramenten - Dwalingen
Gekoppelde paragrafen met "Sacramenten - Dwalingen"
Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4
Petrus van Mastricht (1630-1706)
Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.
Boek VII - Hoofdstuk 3 De sacramenten van de kerk
3.16Vierde vraag: werken de sacramenten van het Nieuwe Testament de genade ‘krachtens het gedane werk’?
Men vraagt ten vierde: werken de sacramenten in het Nieuwe Testament de genade ‘krachtens het gedane werk’?
Het gevoelen van verschillende partijen
De pausgezinden willen een des te grotere kloof maken tussen de sacramenten van het Oude en het Nieuwe Testament en een des te grotere waardigheid toeschrijven aan de sacramenten van het Nieuwe Testament, om daardoor des te gemakkelijker op de waardigheid van hun priesters aan te werken, en dan ook op het pausschap. Daarom stellen zij, hoewel ze heel verschillende gevoelens hebben, dat de sacramenten van het Oude Testament de genade gewerkt hebben ‘krachtens het werk van de werkende’ (ex opere operantis) alleen, dat is: krachtens de goede gesteldheid en intentie van degenen die ze ontvingen. De sacramenten van het Nieuwe Testament zouden echter de genade werken ‘krachtens het gedane werk’ (ex opere operato), dat is: uit de kracht en de krachtdadigheid van de sacramentele handeling zelf.
Hoewel de lutheranen het ‘krachtens het gedane werk’ met woorden ontkennen, toch lijken zij in werkelijkheid aan de sacramenten dezelfde krachtdadigheid toe te schrijven, om des te gemakkelijker te kunnen zeggen dat in het Heilig Avondmaal zowel de gelovige als de ongelovige op gelijke wijze het waarachtige lichaam en bloed van Christus ontvangen.
De socinianen en de wederdopers gaan hier in het andere uiterste verkeerd, wanneer zij willen dat de sacramenten niets anders zijn dan enkel tekenen en kenmerken van de belijdenis. Hen hebben wij aangewezen en weerlegd in § 15.
Het gevoelen van de gereformeerden
De gereformeerden betrekken de krachtdadigheid van een sacrament op verscheidene dingen.
In de sacramentele tekenen erkennen zij, volgens de aard van tekenen, niets dan een zedelijke* kracht, die bestaat in te betekenen, aan te bieden en, wanneer volbracht is wat volbracht moet worden, de betekende genade te verzegelen.
Het geloof houden zij voor een voorwaarde, zonder welke God de betekende zaak niet wil meedelen.
De Goddelijke belofte houden zij voor het fundament van de sacramentele vereniging, aangezien God beloofd heeft dat Hij aan degenen die naar Zijn voorschrift de tekenen gebruiken, de betekende zaak onfeilbaar zal toebrengen.
De Heilige Geest alleen is de fysische* Oorzaak, Die de betekende genade schenkt.
Bijgevolg ontkennen zij dat de sacramenten de genade voortbrengen ‘krachtens het gedane werk’.
Dit zijn hun redenen:
De Heilige Schrift schrijft de fysische krachtdadigheid van de sacramenten, ofwel de schenking van de betekende zaak, aan God alleen toe: ‘Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen’ (Matth. 3:11). ‘Het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes’ (Tit. 3:5). ‘Wij ... zijn door één Geest ... gedoopt’ (1 Kor. 12:13). Vergelijk Efeze 4:30: ‘Door Welken gij verzegeld zijt’, en 2 Korinthe 1:21-22.
Ze ontneemt die kracht aan de sacramenten (1 Petr. 3:21; Rom. 4:10,11; 1 Kor. 10:1,6; Hand. 1:5).
Ze betrekt de krachtdadigheid van de sacramenten op zodanige dingen, waaraan niets dan een zedelijke werking toekomt, bijvoorbeeld op het Woord (Ef. 5:26) en op het geloof (Mark. 16:16).
De sacramentele tekenen, als grove en stoffelijke* dingen, bevatten geen geestelijke kracht, beïnvloeden niet de geestelijke zelfstandigheid* van onze ziel, voeren daarin geen geestelijke kracht in en kunnen in de ziel die geestelijke kracht niet scheppen en voortbrengen.
Volgens de hypothese van de pausgezinden (volgens welke de sacramenten in een ogenblik de genade voortbrengen) komt die krachtdadigheid ‘krachtens het gedane werk’ noch aan het eerste woord van de consecratie toe, noch aan de volgende, noch aan de laatste. Want dan zouden alle overige lettergrepen van de consecratie overbodig zijn. Ja, zo zou ook de genade niet door de gehele consecratie, maar slechts door één woord ervan teweeggebracht worden.
De pausgezinden laten die krachtdadigheid van de intentie van de werkende (intentio operantis) ofwel van de offeranden afhangen; bijgevolg hangt ze niet af van het gedane werk (ex opere operato).
De sacramenten zijn tekenen en zegelen (Rom. 4:11); bijgevolg werken ze niet en bevatten ze niet hun betekende zaken.
Ze vooronderstellen de genade, dus brengen ze die niet fysisch voort.
De manier van werken is ten aanzien van het Woord en de sacramenten een en dezelfde. Welnu, het Woord werkt de genade niet fysisch, maar alleen de Heilige Geest; dus ook de sacramenten niet.
Gods genade is niet verbonden aan de sacramenten, omdat God volkomen vrij handelt. De genade door een fysische kracht te schenken, komt alleen aan God toe. Hierom zijn ook velen zonder de sacramenten zalig geworden, zoals de moordenaar en anderen. Daarentegen leest men dat anderen met de sacramenten verdoemd zijn, zoals Simon de tovenaar.
Antwoord op tegenwerpingen
Niettemin brengen de tegenpartijen hier het volgende tegen in:
Tegenwerping 1. De Doop zaligt ons (Mark. 16:16; 1 Petr. 3:21) en wederbaart ons (Joh. 3:5,6; Tit. 3:5; vgl. Ef. 5:26).
Antwoord. Het is beide onjuist. In Markus 16:16 wordt niet gezegd dat de Doop zalig maakt, maar: ‘Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig [gemaakt] worden’, namelijk door God. In Johannes 3:5-6 wordt niet gehandeld over de Doop, die toentertijd nog niet door Christus was ingesteld als een gewoon sacrament van het Nieuwe Testament. En in Titus 3:5 wordt niet gezegd dat de Doop wederbaart, maar wordt hij alleen een ‘bad der wedergeboorte’ genoemd, omdat hij die betekent en verzegelt, terwijl ondertussen de wedergeboorte zelf duidelijk genoeg aan de Heilige Geest toegeschreven wordt. Hierover in het volgende hoofdstuk meer.
Tegenwerping 2. Wij worden gedoopt tot vergeving der zonden (Hand. 2:38).
Antwoord.
De Doop vergeeft echter niet.
De vergeving bestaat alleen in de afwassing ofwel de zedelijke daad.
Tegenwerping 3. Ja, de Doop wast af: ‘Laat u dopen en uw zonden afwassen’ (Hand. 2:16).
Antwoord. Dat is: ‘Ontvang de afwassing tot een zegel van de vergeving der zonden.’
Tegenwerping 4. Door de handoplegging werden de gaven van de Heilige Geest geschonken (Hand. 8:17,18; 1 Tim. 4:14).
Antwoord.
De handoplegging is geen sacrament.
Door de handoplegging werden de gaven geschonken, evenals door de handen van de apostelen wonderwerken plaatsvonden (Hand. 14:3), dat is: alleen zedelijk.
Tegenwerping 5. De sacramenten schenken wat zij beloven.
Antwoord. Ze bieden het de gelovigen zedelijk aan, maar de belovende God schenkt het fysisch.
Tegenwerping 6. De sacramenten worden bediend aan jonge kinderen, aan wie ze niet kunnen verzegelen; dus schenken ze de genade.
Antwoord. Ze verzegelen de genade voorwerpelijk* aan de uitverkoren kleine kinderen, hoewel zij het niet verstaan, evenals een koninkrijk aan een klein kind als erfgenaam toegeschreven kan worden.