Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Rechtvaardigmaking - Dwalingen

 

Gekoppelde paragrafen met "Rechtvaardigmaking - Dwalingen"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.

Boek VI - Hoofdstuk 6 De rechtvaardiging

6.19Eerste vraag: betekent de rechtvaardigmaking een inwendige verandering van degene die gerechtvaardigd zal worden?

Men vraagt ten eerste: betekent het woord ‘rechtvaardig maken’ in de Schrift ergens een inwendige verandering van degene die gerechtvaardigd zal worden? Of heeft het alleen een zedelijke* en rechterlijke betekenis? 

Het gevoelen van de pausgezinden en de mennonieten

De pausgezinden spreken verschillend, om de rechtvaardiging uit de verdiensten van de goede werken des te gemakkelijker voor te staan. 

Ales zegt dat de rechtvaardigmaking niets anders is dan een rechtheid van de vrije wil. 

Thomas van Aquino stelt een samengestelde beweging: deels een fysische,* die in een instorting van gerechtigheid bestaat; deels een ethische* (zedenkundige), die in de vergeving der zonden bestaat. 

De meeste hedendaagse pausgezinden vereenzelvigen de rechtvaardigmaking met de heiligmaking. Daarom zegt Marinus Becanus in Manuale controversarium huius temporis (Handboek van de controversen van deze tijd), boek 1, hoofdstuk 15, § 1: ‘De rechtvaardigmaking is niets anders dan een verandering, waardoor iemand van een goddeloze ofwel zondaar een rechtvaardige wordt; evenals de genezing, enzovoort.’ 

Zij worden tot zover door de mennonieten nagevolgd. Ondertussen bekennen de pausgezinden dat er geen gebrek is aan Schriftplaatsen waarin het een rechterlijke betekenis heeft.

Het gevoelen van de protestanten

De protestanten menen dat het nooit een inwendige verandering van de mens betekent, maar altijd een uitwendige verandering, die door een verklaring teweeggebracht is (o.a. Ex. 23:7; Spr. 17:15; Jes. 5:23; Matth. 12:37; Hand. 13:39; Rom. 8:33,34). Zij voegen eraan toe dat er geen afwijkend voorbeeld te vinden is. Bijgevolg ligt het de pausgezinden ten laste om dit voor de dag te brengen. 

Antwoord op tegenwerpingen

De pausgezinden zouden het volgende kunnen voorwenden:

Tegenwerping 1. De leraars ‘rechtvaardigen velen’ (Dan. 12:3). 

Antwoord. Er wordt niet gezegd dat zij hen de rechtvaardigheid instorten ofwel intrinsiek* veranderen. Maar zij kunnen:

  • Door aan te raden het geloof teweegbrengen, waardoor zij rechtvaardig verklaard worden door God.

  • Met het gebruik van de sleutels rechtvaardig verklaren door te ontbinden (vgl. 1 Tim. 4:16; Matth. 18:18; Joh. 5:23).

Tegenwerping 2. Openbaringen 22:11: ‘Die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde.’

Antwoord. Dat is: ‘Die gerechtvaardigd is, die ga voort zich als een gerechtvaardigde te verklaren en te gedragen.’ Of: ‘Die gerechtvaardigd is ten aanzien van de eerste vaststelling der rechtvaardiging, die make, door het geloof te herhalen, dat de rechtvaardiging voortduurt.

Tegenwerping 3. Is niet Abraham uit de werken gerechtvaardigd?

Antwoord.

  1. Ten hoogste volgt hier niets anders uit dan dat hij om zijn goede werken door God voor rechtvaardig verklaard is, in een rechterlijke betekenis.

  2. Ook dit wordt echter niet gezegd, maar dat hij door zijn werken verklaard heeft dat hij, met een levend geloof begiftigd, bij God of ook bij de mensen gerechtvaardigd was.

Zij dringen aan op:

Tegenwerping 4. Het woord justificare, of in onze taal ‘rechtvaardig maken’, dat evenzeer een fysische verandering zou betekenen als sanctificare, aedificare, ludificare (‘heilig maken’, ‘een bouwwerk maken’, ‘belachelijk maken’, enzovoort.

Antwoord.

  1. Stel dat het dat te kennen geeft op grond van de etymologie, echter betekent het dat niet op grond van het gebruik, waardoor de woorden hun zeggingskracht hebben. 

  2. Ook gebruikt de Heilige Schrift niet het Latijnse woord, maar het Hebreeuwseהַצְדִּיק (haṣᵉddiyq), en het Griekse δικαιοῦν, die gepaster uitgedrukt zouden kunnen worden door justare, als dat woord maar in gebruik was. Want dat zou evengoed ‘rechtvaardig verklaren’ als ‘rechtvaardig maken’ betekenen. 

Zij voegen er hun Vulgaat aan toe:

Tegenwerping 5. De Vulgaat vertaalt het Hebreeuwseחֻקָּה  (ḥuqqā), ‘wetten’, ‘inzettingen’, heel vaak door justificationes, ‘rechtvaardigmakingen’, hoewel dit een ongebruikelijk woord is (o.a. Ps. 119:8). 

Antwoord.

  1. Uit een verkeerde weergave ontstaat een waardeloos argument.

  2. Ook zegt de Vulgaat niet stellig dat deחֻקָּה  (ḥuqqā), ‘wetten’, de onderhouders rechtvaardig maken, maar veeleer dat de onderhouden wetten degenen die ze onderhouden rechtvaardig verklaren, hetzij met een persoonsgerechtigheid, hetzij met een zaakgerechtigheid. 

Naar paragraaf