Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Inlijving in Christus

 

Gekoppelde paragrafen met "Inlijving in Christus"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 1

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 1

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 1/6 - De voorkennis van de godgeleerdheid - Het geloof in God.

Boek I - Hoofdstuk 1 De natuur van de godgeleerdheid - de methode van de godgeleerdheid - de gedefinieerde zaak van de godgeleerdheid - de definitie van de godgeleerdheid

1.42Het voorwerp van de godgeleerdheid is: voor God te leven door Christus

Dat wij voor God leven, is voor de christelijke godgeleerdheid nog niet genoeg, tenzij dit gebeurt door Christus (Rom. 6:11), want:

  1. Hierdoor verschilt onze godgeleerdheid van:

    • De godgeleerdheid van de eerste mensen, toen zij pas geschapen waren.

    • De natuurlijke godgeleerdheid.

    • Alle ‘onterecht zo genoemde’ godgeleerdheid [vgl. 1 Tim. 6:20], die niet de gezonde woorden van Christus heeft.

  2. Wij kunnen zonder en buiten Christus niet voor God leven (Gal. 2:20; Joh. 15:5).

  3. Als wij dat al konden, zou het voor God niet aangenaam zijn buiten Christus (Ef. 1:6). 

Op hoeveel manieren dit gedaan wordt 

Wij leven voor God door Christus, voor zover: 

  1. In Christus, ‘Die ons Leven is’, ons leven pas God kan behagen (Ef. 1:6), in Hem namelijk, in Wie de Vader ‘een welbehagen’ heeft (Matth. 3:17).

  2. Christus door Zijn verdienste de Geest voor ons verworven heeft (Joh. 16:7). Door Diens werk en kracht worden wij levend gemaakt (Rom. 8:2,11), geleid en gedreven (vers 14). Anders zouden wij dood zijn in de zonden, dat is: tot alle goed werk onbekwaam, en daarentegen geneigd tot alle kwaad. 

  3. Christus, Die door het geloof met ons verenigd is:

    • Ons levend maakt, daar wij dood waren (Ef. 2:4,6,7).

    • Ons krachten om te leven meedeelt, zoals de wortel aan de stam en het hoofd aan de leden (Joh. 15:4).

    • De meegedeelde krachten werkzaam maakt en tot de daad zelf aanzet, en vruchtbaar maakt (Joh. 15:4). 

    • De wetten van het leven voor God voorschrijft (Matth. 5:2). 

    • Ons met Zijn voorbeeld voorgaat (Matth. 11:29; Filipp. 2:5).

    • In ons leeft (Gal. 2:20) en al onze vermogens zo bezet en inneemt, dat Christus’ nederigheid, gehoorzaamheid, heiligheid en rechtvaardigheid, in alles altijd en overal, bloeit en doorstraalt. 

    Op al deze manieren wordt het leven van Christus openbaar in ons (2 Kor. 4:11). 

Naar paragraaf