Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

 

Gekoppelde paragrafen met "Heilig Avondmaal - Dwalingen"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.

Boek VII - Hoofdstuk 5 De sacramenten van de voeding

5.19Vijfde vraag: moet zowel de wijn als het brood aan elke communicant gegeven worden?

Men vraagt ten vijfde: moet aan elke communicant het element van zowel de wijn als het brood bediend worden? 

Het gevoelen van de pausgezinden

Om de pauselijke macht te vergroten, hebben de pausgezinden op het Concilie van Konstanz in het jaar 1414 bepaald: ‘Hoewel Christus [het sacrament] onder beide gedaanten ... bediend heeft, en hoewel het in de eerste kerk onder beide gedaanten ontvangen werd, toch, desniettegenstaande, moet het door degenen die het sacrament tot stand brengen, onder beide gedaanten, maar door de leken alleen onder de gedaante van het brood ontvangen worden’ (zitting 13 en 30). 

Hiertegen hebben, met verscheidene bewegingen, de Boheemse calixtijnen, en op het Concilie van Trente de koning van Frankrijk en de hertog van Beieren zich verzet, maar tevergeefs.

Het gevoelen van de gereformeerden

De gereformeerden beantwoorden deze vraag volstrekt bevestigend, want:

  1. Christus heeft het zo bediend (Matth. 26:26; Luk. 22:19,20).

  2. De apostelen hebben Christus nagevolgd: ‘De mens’, dat is: iedereen, ‘beproeve zichzelven, en ete alzo ... en drinke [alzo] ...’ (1 Kor. 11:26,28). Ook is er van het tegenovergestelde noch bevel, noch voorbeeld.

  3. Johannes 6:53, welke Schriftplaats volgens het gevoelen van de pausgezinden over het Heilig Avondmaal spreekt, vereist niet alleen een eten, maar ook een drinken tot zaligheid.

  4. Een volledige voeding, die het Heilig Avondmaal verzegelt, vereist niet alleen een eten, maar ook een drinken. 

Antwoord op tegenwerpingen 

Het volgende helpt de partijen niet ten gunste van het tegenovergestelde:

Tegenwerping 1. Soms wordt in de Heilige Schrift van brood en zijn breking melding gemaakt (o.a. Luk. 24:30; Hand. 2:46).

Antwoord. De drank wordt niet uitgesloten, maar door een in de Heilige Schrift gebruikelijke metonymie[1] wordt het gebruik van de drank erbij ingesloten (Luk. 4:1; Matth. 6:11).

Tegenwerping 2. Wat betreft de beker schijnen verscheidene ongemakken voor te komen, zoals het gevaar van te morsen en de afschuw van degenen die nooit wijn drinken.

Antwoord.

  1. Desniettegenstaande hebben Christus, de apostelen en de christelijke kerk, tot op het Concilie van Konstanz toe, beide elementen aan allen uitgedeeld.

  2. Met name het gevaar van te morsen stelt volstrekt niets voor zonder de onjuiste vooronderstelling van de transsubstantiatie

  3. Aangaande degenen die nooit wijn drinken, diezelfde zwarigheid zou dan ook geopperd kunnen worden wat betreft degenen die nooit brood eten. Daaraan kan men op verscheidene andere manieren tegemoetkomen. 

Tegenwerping 3. Vanwege het samengaan (concomitantia) in het lichaam van Christus wordt ook het bloed ontvangen.

Antwoord.

  1. Dan zou de uitdeling van de beker ook voor de priesters volstrekt overbodig zijn.

  2. Het bloed van Christus wordt niet als het ware in de bloedvaten ingesloten, maar als ‘voor velen vergoten’ in het Heilig Avondmaal aangeboden (Luk. 22:20).

  3. Christus’ bloed moet worden aangenomen door te drinken, niet door te eten (Matth. 26:27).

  4. Volgens de hypothese van de tegenpartijen zou in het Heilig Avondmaal een etende daardoor tegelijk ook drinken, en integendeel een drinkende daardoor tegelijk ook eten.

  5. Laat ik eraan toevoegen dat die tegenwerping de transsubstantiatie vooronderstelt, die iets verderop uitvoerig weerlegd zal worden. 
     

[1] Een stijlfiguur waarbij in plaats van het bedoelde iets anders wordt genoemd.

Naar paragraaf