Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

 

Gekoppelde paragrafen met "Heilig Avondmaal - Betekenis"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.

Boek VII - Hoofdstuk 5 De sacramenten van de voeding

5.26Eerste praktijk: de betrachting prijst de waardigheid en de voortreffelijkheid van het Heilig Avondmaal aan

De betrachting prijst ons de waardigheid en de voortreffelijkheid van het Heilig Avondmaal aan, vanwege:

  1. De Auteur (1 Kor. 11:23, vgl. met Matth. 22:2; Openb. 17:14).

  2. De aard der zaak zelf. Het is niet alleen een plechtig teken en zegel van het genadeverbond met God ofwel het nieuwe verbond in Christus’ bloed (Luk. 22:20; 1 Kor. 11:25), maar geeft ons ook het vlees en bloed zelf van de Zoon van God als geestelijk voedsel tot het eeuwige leven (Matth. 26:26, vgl. met Joh. 6:53). 

  3. Het gebruik en de nuttigheid. Niet alleen stelt het Jezus Christus, in Wie alleen al onze zaligheid is (Hand. 4:12; Joh. 14:6), aan iedere gelovige persoonlijk voor, maar biedt Hem ook aan, ja, schenkt Hem aan hen die wettig communiceren: ‘Neemt, ... dit is Mijn lichaam’ (vgl. Joh. 1:12). Ja, het verenigt ook met Christus, als het voedsel met het daardoor gevoede, om welke reden het de ‘gemeenschap’ met het lichaam en bloed van Christus genoemd wordt (1 Kor. 10:16,17). 

  4. De manier om al die dingen te bewerkstelligen: 

    1. Jezus Christus bewerkstelligt die dingen in het Heilig Avondmaal:

      • Gedreven door zuivere en loutere liefde (Hoogl. 5:1, vgl. met Joh. 3:16).

      • Niet aan beroemde, heilige, waardige mensen, maar aan jammerlijke, ellendige, arme, blinde en naakte mensen (Openb. 3:17, vgl. met Luk. 14:21).

      • Niet aan weinige van de zodanigen, maar aan allen en eenieder die maar gelovig wil (Matth. 26:27, vgl. met Jes. 55:1,2; Matth. 11:28,29; Openb. 22:17), zonder enig onderscheid (Gal. 3:28).

    2. De Zaligmaker biedt hun zo grote en zodanige dingen aan en schenkt ze hun onder tekenen die overal voorkomen en zo gemakkelijk te bereiden zijn, namelijk brood en wijn (vgl. Jes. 55:1,2).

    3. Tot een zo groot Avondmaal nodigt de Koning met een zo grote vriendelijkheid, terwijl Hij Zijn dienstknechten daartoe uitgezonden heeft (Luk. 14:17; Hoogl. 5:1; Openb. 22:17). 

Naar paragraaf