Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 1
Deel 1/6 - De voorkennis van de godgeleerdheid - Het geloof in God.
Voorwoord
Het is met gevoelens van verwondering dat ik namens de Stichting Gereformeerd Erfgoed een voorwoord mag schrijven voor deze uitgave. Allereerst zij de Heere ervoor erkend dat het in onze tijd nog mogelijk is om zo’n uniek werk te laten verschijnen.
Petrus van Mastricht geeft een treffende omschrijving van het begrip ‘theologie’, namelijk: ‘De godgeleerdheid is een leer om voor God te leven door Christus.’ Het voornaamste doel van deze publicatie is om deze leer onder de aandacht te brengen.
Onze tijd is een tijd van verwarring en verarming als het gaat om de inhoud en de praktijk van ’de leer om voor God te leven door Christus’. Juist nu is het van groot belang dat de erfenis van onze oudvaders, die met zoveel geestelijk licht bedeeld waren, toegankelijk wordt gemaakt voor de huidige en de toekom- stige generaties. Met het verschijnen van dit eerste deel van de zesdelige Theoretisch-praktische godgeleerdheid is een begin gemaakt met de heruitgave van Petrus van Mastrichts Beschouwende en praktikale godgeleerdheid (Latijnse titel: Theoretico-practica theologia).
Petrus van Mastricht (1630-1706) is in Nederland minder bekend geworden dan bijvoorbeeld zijn tijdgenoot Wilhelmus à Brakel. In het buitenland werd Van Mastricht juist heel bekend. Niet alleen onder gereformeerden, maar ook op de lutherse academie in Jena. Jonathan Edwards in Amerika vond Van Mastrichts Theoretico-practica theologia beter dan elk ander boek ter wereld, uit- genomen de Bijbel. Een reden dat Van Mastrichts Godgeleerdheid minder bekend was, kwam vooral doordat hij in het Latijn schreef. Tussen 1749-1753 verscheen een Nederlandse vertaling onder de titel Beschouwende en praktikale godgeleerdheid, die gebruikt is voor deze heruitgave. Hiermee werd Van Mas- trichts omvangrijke werk toegankelijk voor een breder publiek. De Redelijke Godsdienst van À Brakel was toen al enkele malen herdrukt.
Terwijl de Redelijke godsdienst vooral bedoeld was voor ‘het gewone kerkvolk’, schreef Van Mastricht zijn Godgeleerdheid met name voor theologiestudenten. Toch zouden we dit werk te kort doen als we het daartoe zouden beperken. De Godgeleerdheid van Van Mastricht mogen we met recht het meest volledige Nederlandstalige theologische werk noemen. Het bevat een evenwichtige samenhang van exegese, leer, polemiek en vroomheid, zoals die in het gereformeerde protestantisme van de zeventiende eeuw werden beoefend.
Van Mastricht kenmerkt zich door een nauwkeurig luisteren naar de Schrift, waarbij hij laat staan wat er staat en Gods Woord laat spreken. Zijn gebruik van de scholastieke methode draagt bij aan de helderheid en nauwkeurigheid van zijn betoog.
Het geloof staat in het werk van Van Mastricht centraal. Van Mastricht begint zijn dogmatiek dan ook met de behandeling van het zaligmakende geloof. Vervolgens bespreekt hij in dit eerste deel het kennen van de drie-enige God in al Zijn deugden.
Het vak theologie kan volgens hem alleen beoefend worden vanuit het ware geloof.
Als Stichting Gereformeerd Erfgoed zien we de noodzaak in dat het theologisch erfgoed van ons voorgeslacht niet alleen toegankelijk gemaakt wordt, maar ook tegen een betaalbare prijs beschikbaar is. We waarderen het zeer dat uitgeverij Gebr. Koster besloten heeft om aan deze uitgave mee te werken.
Onze dank gaat uit naar de heer J.A. Bunt die het totale werk van zo’n 4.000 pagina’s vanuit het zeventiende-eeuwse Nederlands in hedendaagse spelling heeft overgezet. Ruim twee jaar heeft hij met grote ijver en soms onder moeilijke omstandigheden (vanwege zijn verminderende gezichtsvermogen) dit werk met Gods hulp mogen doen.
Op verzoek van Stichting Gereformeerd Erfgoed is vertaalbureau Ruth Interpres, in de persoon van Ruth Pieterman, gestart met het hertalen van het eerste deel. Zij is hierbij ondersteund en geadviseerd door de in de colofon genoemde medewerkers, elk in hun deskundigheid op het gebied van de Latijnse, Griekse en Hebreeuwse taal, theologie en kerkgeschiedenis. Wij zijn deze medewerkers en de verschillende meelezers, die allen dit werk belangeloos verricht hebben, hiervoor zeer erkentelijk.
Ook willen we degenen die dit project financieel mogelijk gemaakt hebben, hartelijk bedanken. Zonder hun bijdrage zou het onhaalbaar zijn geweest.
Onze hartelijke bede is dat de Heere het onderzoek van de Theoretisch-praktische godgeleerdheid wil zegenen, zodat het een middel mag zijn om de ware godgeleerdheid bevindelijk te kennen. Neem en lees.
Nunspeet, januari 2018 Ds. A. Schot