Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 1
Deel 1/6 - De voorkennis van de godgeleerdheid - Het geloof in God.
Verantwoording
Werkwijze
Voor deze heruitgave is gebruikgemaakt van de enige Nederlandse uitgave Beschouwende en praktikale Godgeleerdheit (1749-1753) en de Latijnse uitgave Theoretico-practica theologia (1724).
Nadat de heer J.A. Bunt de Oudnederlandse tekst in de hedendaagse spelling heeft overgezet, is deze tekst zorgvuldig hertaald door Ruth Pieterman. Hier- bij is de zinsbouw en woordkeus aangepast om het werk beter leesbaar te maken, met de bedoeling zo goed mogelijk recht te doen aan de intentie van de schrijver.
Om meer duidelijkheid te krijgen over de juiste hertaling, werd de Latijnse brontekst dikwijls geraadpleegd. Op basis daarvan zijn zo nodig wijzigingen of correcties in de tekst aangebracht. Het komt bijvoorbeeld voor dat één Latijns woord in het Oudnederlands vertaald is met twee synoniemen. In de hertaling is gekozen voor een van de twee. Bij onduidelijkheden en moeilijke passages is er intensief overleg geweest met classici.
Na de eerste ronde is de gehele hertaalde tekst door een aantal deskundige meelezers gecontroleerd en voorzien van opmerkingen. Deze opmerkingen zijn verwerkt in de tweede ronde. Uiteindelijk is het geheel als boek opgemaakt, waarna een derde controleronde heeft plaatsgevonden.
Een enkele keer is gebruikgemaakt van ‘rechte haken’ [...]. Het betreft dan toevoegingen die ter verduidelijking door de redactie zijn aangebracht.
Alle boektitels die door de auteur als bron zijn vermeld, zijn gecontroleerd op juiste Latijnse titel en voorzien van een (zo goed mogelijke) Nederlandse vertaling.
Voor de geciteerde Bijbelteksten is de Statenvertaling in de editie van de Gereformeerde Bijbelstichting gebruikt, behalve wanneer Van Mastricht zelf vanuit de grondtaal vertaald heeft.
Scholastiek woordgebruik
Van Mastricht maakt gebruik van het scholastieke begrippenapparaat dat in de wetenschappelijke theologiebeoefening van zijn tijd gebruikelijk was. Dit begrippenapparaat bevat woorden die vanwege de specifieke betekenis niet zo gemakkelijk in gewoon Nederlands weergegeven kunnen worden. Daarom zijn de belangrijkste begrippen in de tekst gemarkeerd met een * (asterisk) en is er een alfabetische woordenlijst met een korte toelichting te vinden. Wanneer zo’n begrip vaak voorkomt, is het alleen de eerste keer in een hoofdstuk gemarkeerd, en anders één keer per paragraaf. Let op: het woord waarachter de asterisk staat, is het woord waaronder in de lijst gezocht moet worden.
Hebreeuws en Grieks
De Hebreeuwse aanhalingen in de Oudnederlandse uitgave zijn vergeleken met het Hebreeuwse Oude Testament en daaruit ingevoegd in deze heruit- gave. Van Mastricht gebruikte slechts de Hebreeuwse medeklinkers. Er is nu voor gekozen om ook klinkers en accenttekens uit de masoretische tekst toe te voegen, in overeenstemming met de huidige uitgaven van het Hebreeuwse Oude Testament. Achter elk Hebreeuws woord of zinsdeel is een transcriptie gezet om de mogelijke taalkloof enigszins te dichten.
De spelling van Griekse woorden en teksten in de Oudnederlandse uitgave is in sommige gevallen verouderd. In deze heruitgave is de Griekse tekst aangepast aan de spelling van huidige tekstuitgaven. Voor de Griekse Bijbeltekst is gebruikgemaakt van de Textus Receptus. Voor citaten uit klassieke teksten is gebruikgemaakt van de nieuwste uitgaven van deze teksten. Voor woorden die bij het theologisch taaleigen van Petrus van Mastricht behoren, is zo moge- lijk het woordenboek geraadpleegd.
Op pagina 887 staat een schema met een korte toelichting op zowel de Hebreeuwse als de Griekse letters, transcriptie en uitspraak.
Registers
Er is een register van Schriftplaatsen (overeenkomstig de Latijnse uitgave) en een persoonsregister opgenomen. Het persoonsregister is een initiatief van de redactie en heeft als doel de lezer meer informatie te verschaffen over de vele personen en stromingen die in dit werk worden aangehaald.
In het laatste deel (Deel 6) zal een zaakregister worden opgenomen, waarin naar alle delen verwezen wordt.
De redactie