Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gods Woord

 

Gekoppelde paragrafen met "Gods Woord"

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

André Rivet (1572 - 1651)

André Rivet (1572 - 1651)

De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.

Hoofdstuk 2 Over de noodzakelijkheid en het gezag van de Heilige Schrift

2.1De Schrift, het beginsel en fundament van de leer

Stelling 1. Daar in de voorafgaande uiteenzetting gehandeld is over de aard van de theologie, volgt nu dat wij handelen over het voornaamste middel van haar openbaring, namelijk de Heilige Schrift. Zij is beginsel en fundament van alle christelijke leringen.

Naar paragraaf

2.21Derde bewijsvoering, kentekenen van de Goddelijkheid van de Schrift

De derde en voornaamste bewijsvoering echter wordt genomen van de zekere kentekenen van Goddelijkheid die God gewild heeft dat in de Heilige Schrift in het bijzonder aanwezig zouden zijn. De Heilige Schrift betuigt wel haar Goddelijkheid op alle plaatsen voor diegenen die de ogen door de Geest Gods geopend hebben; maar gelijk er sommige stralen van de zon uitgaan die schitterender en meer in het oog vallend zijn, dan de overige, zo gaan er ook van dat Goddelijk licht van de Heilige Schrift op verschillende plaatsen enige blinkende stralen uit, die haar auteur allerduidelijkst aantonen.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 1 Over de hoogheilige theologie

1.14De middeloorzaak (causa instrumentalis)

14. De middeloorzaak van de theologie is het Woord van God, voorgedragen door de mond van Goddelijk geïnspireerde en onmiddellijk door God geroepen mensen, en in heilige boeken vastgelegd (1 Petr. 1:11; 2 Petr. 1:21; Hand. 20:27; 1 Thess. 2:13 en 1 Thess. 4:8).

Naar paragraaf

Hoofdstuk 3 Over de canonieke en apocriefe boeken

3.2Definitie van de Heilige Schrift

De Heilige Schrift, of de canonieke Boeken, is de verzameling of de reeks (Syntagma seu digestum) van heilige Boeken, van God door Zijn Goddelijk geïnspireerde dienaren, naar de wijze van iedere tijd en ieder volk, in schrift en taal door hen het allerbest verstaan, oorspronkelijk beschreven, en aan de gehele kerk toevertrouwd, tot een gemeenschappelijke en voortdurende onderwijzing in de heilaanbrengende waarheid, en wel over God en Zijn goedertieren en weldadige wil; en voor een getrouwer bewaring van Zijn Woord en Waarheid, een wijdere verbreiding, alsook tot zekerder herstelling van het bedorvene.

Naar paragraaf

3.12De verzameling van de boeken

Tot zover over het schrijven van de heilige boeken. De samenvoeging (sullogè) en rangschikking ervan is zelf ook van Godswege geschied, en dat deels onmiddellijk, deels middellijk. En wel onmiddellijk van die boeken, die door de Goddelijke schrijvers evenzo op de gehele kerk van toepassing gemaakt en daaraan toevertrouwd zijn, als ze het eerst daarvoor opgetekend zijn (Rom. 3:2). Gelijk in het Oude Testament de boeken van Mozes (die door hem in het heiligdom ingebracht, op Goddelijk bevel naast de ark zijn neergelegd (Deut. 31:26) en in het Nieuwe Testament de evangeliën, die, gelijk ze van onderwerp gemeenschappelijk zijn, zo ook, met uitzondering van dat van Lukas, geen bijzonder opschrift boven zich dragen. En in deze ligt het fundament van de heilaanbrengende waarheid.

Naar paragraaf

3.32De boeken van het Nieuwe Testament

Verder zijn de boeken van het Nieuwe Testament 27 in getal. Bij hun indeling is gewoonlijk rekening gehouden, niet met de tijd waarin ze geschreven zijn, maar met de inhoud en de waardigheid.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 4 Over de volkomenheid van de Heilige Schrift en de nutteloosheid daaraan ongeschreven tradities toe te voegen

4.2Onderscheid tussen volkomenheid en duidelijkheid van de Schrift

De volkomenheid van de Heilige Schrift wordt door sommigen tweevoudig beschouwd, óf met betrekking tot de stof of van de zaken zelf die in dit leven ter zaligheid eenvoudig noodzakelijk zijn te kennen, óf met betrekking tot de uiterlijke vorm, of de woorden, en de uitdrukkingen die de echte zin van die zaken volkomen uitdrukken, hetgeen wij met een andere naam de duidelijkheid (perspicuitas) noemen. Wij handelen op deze plaats alleen over de eerstgenoemde volkomenheid van de Heilige Schrift; zowel absoluut, op zichzelf, als relatief, met betrekking tot de niet geschreven tradities en daar tegenover beschouwd.

Naar paragraaf

4.16Zesde bewijs: uit de volkomenheid van stof en vorm

Het zesde bewijs wordt ontleend aan de opsomming van de wezenlijke delen, namelijk van de stof (materia) en de vorm (forma). De stof van de Schrift bestaat in de veelheid van dingen die het God behaagd heeft aan zijn uitverkorenen te openbaren. De vorm in de onfeilbare zekerheid van die dingen, en de zuivere voorstelling, volgens het voorschrift van God. Waaruit wij de volgende twee afleiden:

Naar paragraaf

Hoofdstuk 5 Over de duidelijkheid en de uitlegging van de Heilige Schrift

5.3Absolute en relatieve duidelijkheid van de Schrift

Het licht of de duidelijkheid van de Heilige Schrift kan op twee wijzen beschouwd worden, óf absoluut en op zichzelf, óf (relatief) in betrekking tot ons en ons begrip.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 22 Over het Evangelie

22.1Het Evangelie

Stelling 1. Gelijk door de wet, zoals wij tevoren uiteengezet hebben, de besmetting en het bederf van onze geestelijke krankheid, namelijk de zonde, gekend wordt, zo wordt het geneesmiddel daartegen gekend door het Evangelie.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 23 Over het Oude en Nieuwe Testament

23.1Vergelijking van wet en Evangelie

Stelling 1. Nadat in de vorige disputaties afzonderlijk gehandeld is over de wet en het Evangelie, en beider natuur beschreven is, volgt nu dat ze ook met elkaar vergeleken worden, naar hun overeenkomst en verschil of onderscheid. Omdat dezelfde zaken in verschillende benamingen vervat worden, onder welke, wanneer over die vergelijking gehandeld wordt, het meest voorkomen de namen Oud en Nieuw Testament, moeten we over de betekenis daarvan spreken. Want als die niet tevoren duidelijk gemaakt en bepaald is, is er in deze zaak waarover nu gehandeld wordt, niets zo moeilijk dan de punten van overeenkomst, die aan te wijzen zijn, juist te treffen en het verschil af te bakenen, daar de een dit, de ander dat er onder verstaat en naar mate van de begrippen die zij aanhangen, eerder verschillende dingen spreken dan gevoelen.

Naar paragraaf