Klik op één
van de segmenten!
Eljoon (de Allerhoogste)
Gekoppelde paragrafen met "Eljoon (de Allerhoogste)"
Handboek Dogmatiek
Johannes à Marck (1656-1731)
Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.
Hoofdstuk 4 God, in Zijn Namen, Wezen en eigenschappen
4.5Verklaring van de Hebreeuwse Namen van God
De meeste Namen van God leiden ons tot Zijn bijzondere eigenschappen.
‘El’ brengt ons tot Zijn grote kracht.
‘Eloah’ – of, zoals deze Naam het meest gebruikt wordt, in het meervoud ‘Elohim’, dat dezelfde betekenis heeft – wijst ons op de betamelijke dienst van God, of op de eed, die Hij aan ons in het verbond zweert, en die wij aan en bij Hem zweren.
‘Schaddai’ wijst ons op de macht, ook van verwoesting, of op de uitstorting van alle goed, of op de borst die alles voedt, óf op Degene Die algenoegzaam is.
‘Eljoon’, dat zoveel betekent als de ‘Hoge’ of ‘Allerhoogste’, wijst ons op de verhevenheid van woning, volmaaktheid en gezag (Ps. 97:8). Bij deze Naam kan men ook de Naam ‘Hal’ of ‘Verhevene’ voegen.
‘Adon’ – of, zoals men doorgaans leest, ‘Adonai’ – wijst ons op de ondersteuning van alles in de wereld en de kerk, en de daaruit vloeiende heerschappij.
‘Jah’ – dat de meesten echter liever houden voor een afkorting of samentrekking van de Naam ‘Jehovah’ – wijst ons op Gods gepastheid en schoonheid in Zijn wegen en werken.
‘Eheje’, dat soms wat meer voluit geschreven wordt, wijst ons op Zijn onveranderlijke eeuwigheid, als ‘Die zal zijn die Hij zal zijn’ (vgl. Ex. 3:14), en ‘Die is, en Die was, en Die komen zal’ (Openb. 1:8).