Klik op één
van de segmenten!
Drie-eenheid
Gekoppelde paragrafen met "Drie-eenheid"
Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie
André Rivet (1572 - 1651)
De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.
Hoofdstuk 6 Over de natuur van God en de Goddelijke eigenschappen
6.17Definitie
17. Wij beschrijven God in eigenlijke zin genomen, die als alle wezens te boven gaande en niet te begrijpen (huperousios kai akatalèptos) niet gedefinieerd kan worden, derhalve uit de verschillende omschrijvingen van Hem die overal voorkomen (Ex. 34:6 e.v.; Deut. 10:17; Openb. 4:8; Hand. 17:24 e.v.; 1 Kor. 8:46; 1 Tim. 1:17; 1 Tim. 6:15,16), en samen genomen zijn, als volgt:
Dat Hij is een allereenvoudigst en oneindig geestelijk Wezen, namelijk eeuwig, onmetelijk en onveranderlijk; levend en onsterfelijk, verstandig, wijs en alwetend; de goedheid, de liefde, de weldadigheid, de barmhartigheid, de lankmoedigheid, de rechtvaardigheid, de heiligheid enz. zelf. Eén in wezen, drievoudig in Personen, de Vader Die de Zoon van eeuwigheid gegenereerd heeft, de Zoon Die van de Vader geboren wordt, de Heilige Geest Die van de Vader en de Zoon, en wel van de Vader door de Zoon uitgaat; de Schepper, onderhouder en regeerder van het heelal, de Verlosser, Bewaarder en Verheerlijker van de uitverkorenen.
Hoofdstuk 7 Over de hoogheilige Drie-eenheid
7.1Over de Drie-eenheid
Gelijk het christelijk geloof één God in de Drieheid (Trinitas) eert, zo eert het ook de Drie-eenheid van Personen in de eenheid van het Goddelijke Wezen.
7.33De Drie-eenheid alléén uit de Schrift te bewijzen
Deze Drieheid van de Goddelijke Personen kan niet, zoals de eenheid van het Wezen Gods, uit de natuur, maar alleen met bewijzen uit de Schrift aangetoond worden.
Hoofdstuk 8 Over de Persoon van de Vader en de Zoon
8.4Geen ander God in het Oude Testament
Zijn ware en eeuwige godheid heeft ook geen christen in twijfel getrokken; tenzij dan dat de marcionieten en dergelijke een God de Schepper en Auteur van het Oude Testament, doch een ander Vader van Jezus Christus en Stichter van het Nieuwe Testament, lasterlijk, tegen de samenstemming van de gehele Heilige Schrift, verzonnen hebben, die ons overal één God en Vader voorstelt en voortdurend getuigt dat Dezelfde ook de Vader is van Jezus Christus en de Stichter van het Nieuwe Testament; met name echter Christus Zelf. (Matth. 11:25; Joh. 8:54); alsook de apostelen (Hand. 8:14; Gal. 3:17; Hebr. 8:8; enz.).
8.34Slotconclusie
Wij concluderen dus tegen ketters van allerlei soort, nieuwe en oude, die op deze hoeksteen gevallen zijn, waarop het gehele huis gefundeerd en gevestigd is, dat Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon, met de Vader een en eeuwig God is, die in hetzelfde Goddelijke Wezen door een verschillende wijze van bestaan (huparxeoos tropon) zelfstandig bestaat, Wien met de Vader en de Heilige Geest zij eer en heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
Hoofdstuk 9 Over de Persoon van de Heilige Geest
9.10Hoe het uitgaan te verstaan is
Verder moet het woord ‘uitgaan’ niet opgevat worden naar het uitvloeien van kracht en werking van God, voor zover de werken van God uitgaan van de werkende, — of volgens een inwendige en inblijvende handeling in het Wezen Gods, die echter doelt op een voorwerp buiten God, zoals de besluiten Gods van God zijn en uitgaan; maar volgens een handeling Gods naar binnen (ad intra, gelijk de scholen zeggen), dat is, waardoor God zo handelt in Zijn Wezen, dat de reflex op Zichzelf door mededeling van het Goddelijk Wezen de werkelijke relatie daarstelt.
9.22De Heilige Geest van een wezen met de Vader en de Zoon
Gelijk dan uit deze dingen het onderscheid van de Heilige Geest met de Vader en de Zoon blijkt, namelijk in de werken, zowel die inblijven als die naar buiten uitgaan, die allermeest zichtbaar zijn in dat heerlijke werk van onze verlossing, zo wordt ook uit dezelfde dingen overtuigend bewezen, dat Hij van hetzelfde Wezen (homoousios) is met de Vader en de Zoon. Maar wegens de geestbestrijders (pneumatomachoi), die zijn Goddelijkheid ontkennen, zullen wij het volgende overvloediger bewijs daarvan beginnen. Iemand op wie de Naam, de eigenschappen, de werken, de heerschappij, de verering en de eer van toepassing is, die Gode eigen zijn, Die is waar God. Maar dit alles past voor de Heilige Geest. Dus, enzovoort.