Klik op één
van de segmenten!
Eeuwigheid
Gekoppelde paragrafen met "Eeuwigheid"
Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie
André Rivet (1572 - 1651)
De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.
Hoofdstuk 6 Over de natuur van God en de Goddelijke eigenschappen
6.28Definitie van eeuwigheid (aetemitas)
28. De eeuwigheid is de eigenschap van de oneindige duur van het Wezen Gods, volgens welke het zonder grenzen van tijd, en van waar af, namelijk van begin, en tot waar van einde, of van opeenvolging, van vroeger of later, verleden en toekomstig. En dienvolgens is het nu zo, als het ook tevoren geweest is, en later wezen zal, en dat beide tot in het oneindige, zodat het alle tijdsdelen tegelijk omvat, ja alle tijd te boven gaat, ja ook daarvoor onaantastbaar is. Vandaar dat Hij in de Schrift de Oude van dagen geheten wordt (Dan. 7:9,13); dat Zijn jaren niet ophouden (Ps. 103:13,28); dat het getal Zijner jaren onnaspeurlijk is (Job 36:26; Gen. 21:33); dat Hij van eeuwigheid geweest is, ja voor de eeuwen, en dat Hij blijft in eeuwigheid; dat Hij Koning van de eeuw en van de eeuwen is, van geslacht tot geslacht is, tot in eeuwigheid en altijd is en geweest is en zijn zal, vóór de wereld en alle dingen, de eeuwigheid bewoont, en eenvoudig Die is, Die was en Die zijn zal (ho oon, ho èn kai ho erchomenos) genoemd wordt, en eeuwig en altijd durend (aidios en aioonios) de Eerste en de Laatste geheten wordt (Ps. 29:10 en Ps. 90:2; Openb. 4:8; 1 Tim. 1:17; Rom. 16:26). Hij is dus het eerste zijnde en is van niemand afhankelijk.
Hoofdstuk 8 Over de Persoon van de Vader en de Zoon
8.28Goddelijke eigenschappen
De wezenlijke eigenschappen van God worden aan de Zoon ook overal in de Schriften meegedeeld, als daar zijn:
- eeuwigheid, ‘Verheerlijk gij mij, Vader, bij uzelf, met die heerlijkheid die ik bij u had, eer de wereld was’ Joh. 17:5). En ‘Hijzelf is vóór alle dingen’ (Kol. 1:17). Meer over deze eigenschap in Stelling 9.
- oneindigheid en alomtegenwoordigheid, ‘Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in het midden van hen’ (Matth.18:20). En ‘Ik ben met u lieden al de dagen tot aan de voleinding van de wereld’ (Matth. 28:20). Zo sprak Hij op de aarde met Nicodemus, en toch was Hij in de hemel (Joh. 3:13).
- alwetendheid, zelfs van de gedachten van de mensen, ‘Christus betrouwde hun Zichzelf niet, omdat Hij hen allen kende’ (Joh. 2:24), en ‘Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb’ (Joh. 21:17).
- almacht, ‘Mijn Vader is meer, of machtiger, dan allen enz., Ik en de Vader zijn Eén’ (Joh. 10:29). Zo wordt Hem de krachtwerking toegeschreven, ‘waardoor Hij Zichzelf alle dingen kan onderwerpen’ (Filipp. 3:21).
- onveranderlijkheid is ook een dergelijke eigenschap, ‘Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren houden niet op’ (Hebr. 1:12), en ‘Christus Jezus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid’ (Hebr. 13:8).
Hoofdstuk 9 Over de Persoon van de Heilige Geest
9.24Goddelijke eigenschappen
De eigenschappen, zoals eeuwigheid, volgens dat zeggen, ‘Hij heeft zich Gode opgeofferd door de eeuwige Geest’ (Hebr. 9:14). Overaltegenwoordigheid, ‘Waar zal ik heengaan voor uw Geest’ (Ps. 139:7). Ja Hij woont in de gelovigen (1 Kor. 3:16 en 1 Kor. 6:19). Alwetendheid, God ‘heeft het ons geopenbaard door zijn Geest, want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods’ (1 Kor. 2:10). Vandaar dat Hij ook de toekomende dingen aankondigt (Joh. 16:13). Door Hem hebben de profeten gesproken (1 Petr. 1:11; 2 Petr. 1:21).