Klik op één
van de segmenten!
Door God geïnspireerd
Gekoppelde paragrafen met "Door God geïnspireerd"
Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie
André Rivet (1572 - 1651)
De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.
Hoofdstuk 2 Over de noodzakelijkheid en het gezag van de Heilige Schrift
2.5Naar Gods voorbeeld en bevel
Om deze reden is God hier ook Zelf met Zijn voorbeeld de profeten voorgegaan, toen Hij de wet, die Hij tevoren openlijk voor het gehele volk van de berg Sinaï had afgekondigd, in stenen platen heeft ingegrift (Ex. 24:12; Ex. 34:28). Mozes en de overige profeten en apostelen heeft Hij deels door een openlijk bevel geboden dat zij hetzelfde zouden doen, gelijk (Ex. 17:14; Ex. 34:27; Jer. 36:2; Jer. 36:28; Openb. 1:19), deels ook door een verborgen ingeving bevolen dat zij hun openbaringen in schrift aan de kerk zouden overleveren. ‘Want de gehele Schrift is van God ingegeven’ (2 Tim. 3:16), en wanneer Petrus in de 2e brief handelt over de profetische geschriften, betuigt hij ‘dat de profetie oudtijds niet is voortgebracht door de wil van de mensen, maar de heilige mannen Gods hebben gesproken gedreven door de Heilige Geest’.
Hoofdstuk 3 Over de canonieke en apocriefe boeken
3.6Voornaamste bewerkende oorzaak (causa efficiens principalis).
De voornaamste bewerkende oorzaak van het schrijven van die afzonderlijke boeken is, door Zijn bevel en ingeving, God, de Vader, in de Zoon, door de Heilige Geest (Ex. 7:14; Jer. 36:1; Openb. 1:1 en hoofdstuk 2). De bedienaren of instrumenten zijn de heilige knechten Gods, door God geroepen en geïnspireerd (theoklètoi kai theopneustoi) en gedreven (feromenoi), door de Heilige Geest. Vandaar dat de Schrift van God ingegeven (theopneustos) wordt genoemd (2 Tim. 3:16; Rom. 16:26; 2 Petr. 1:20). Evenwel heeft God zelf de dekaloog met Zijn vinger opgetekend, die daarom in het bijzonder Gods Geschrift genoemd wordt (Ex. 32:15; Deut. 10:4); en van Godswege heeft een menselijke hand, verschijnende bij de onheilige maaltijd van koning Beltsazar, zekere onheilspellende woorden aan de wand geschreven (Dan. 5:5:24); en van Christus wordt vermeld dat Hij met Zijn vinger iets in de aarde geschreven heeft (Joh. 8:6,8).
Hoofdstuk 4 Over de volkomenheid van de Heilige Schrift en de nutteloosheid daaraan ongeschreven tradities toe te voegen
4.7Bewijzen voor de volkomenheid van de Schrift
De bewijzen waarmee wij de waarheid van onze in de vierde stelling voorgelegde bewering tegen de pausgezinden aantonen, zijn deels Goddelijke, deels kerkelijke, waarvan wij de eerste uit het geschreven Woord Gods zelf, de laatste uit de geschriften van de orthodoxe vaderen putten.
4.16Zesde bewijs: uit de volkomenheid van stof en vorm
Het zesde bewijs wordt ontleend aan de opsomming van de wezenlijke delen, namelijk van de stof (materia) en de vorm (forma). De stof van de Schrift bestaat in de veelheid van dingen die het God behaagd heeft aan zijn uitverkorenen te openbaren. De vorm in de onfeilbare zekerheid van die dingen, en de zuivere voorstelling, volgens het voorschrift van God. Waaruit wij de volgende twee afleiden: