Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gods Namen

 

Gekoppelde paragrafen met "Gods Namen"

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

André Rivet (1572 - 1651)

André Rivet (1572 - 1651)

De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.

Hoofdstuk 6 Over de natuur van God en de Goddelijke eigenschappen

6.10Namen en begrip van God

Verder wordt dit hoogste Wezen, naar de verscheidenheid van de talen, om onzentwil (want anders is God zonder Naam (anoonumos), (Gen. 32:29) met verschillende Namen genoemd, die al zijn ze in de verschillende talen aan zijn verschillende eigenschappen ontleend, toch in begrip overeenkomen. En wel door de Hebreeën Eloah (dat in de heilige Schriften zeldzaam is) en daarvan Elohim in het meervoud, dikwijls in de betekenis van het enkelvoud, en dat niet van Ala, dat is, hij heeft bezworen, maar van de ongebruikelijke stam Alah (met He mappik), bij de Arabieren wel gebruikelijk, voor vereren, alsof men zeide: om te vereren, zoals hij ook bij de Grieken ״vrees” (sebasma) genoemd wordt (2 Thess. 2:4). Waarvan naar sommigen willen El een afkorting is, dat veelvuldig gebruikt wordt in plaats van dat enkelvoud Eloah, hoewel anderen willen dat het gezegd wordt van de kracht.

Naar paragraaf

6.12Het spraakgebruik van de Schrift

Nu wordt deze Naam van God in de Schriften op tweeërlei wijze gebruikt, of ontoos, waarlijk en gebruikelijk, óf katechrèstikoos, abusief, en dat weer ousioodoos (van het Wezen), wanneer het gemeenschappelijk zonder bepaling van de Goddelijke Personen genomen wordt, zoals ‘God is een geest’ (Joh. 4:24), of Hupostatikoos (naar de Personen) wanneer de Naam God aan een bepaalde Persoon afzonderlijk (subjective) wordt toegekend, zoals aan de Vader (Rom. 7:25 en 8:3); aan de Zoon (1 Tim. 3:16; Hand. 20:28), en aan de Heilige Geest (Hand. 5:4). Allermeest wordt hij echter de Vader toegeëigend (Rom. 1:1), zowel wegens de orde die er bij de Personen is, als wegens de bedeling en beschikking (oeconomia et dispositio), gemaakt ter verzorging van het mysterie van onze zaligheid.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 8 Over de Persoon van de Vader en de Zoon

8.27Goddelijke Namen

De Namen die Gode eigen zijn, en aan de Zoon óf zonder beperking meegedeeld worden, óf met betitelingen van dien aard dat ze voor niemand anders passen, zijn onder andere de volgende: 

De Naam Jehova ‘en Hij zal genoemd worden de Heere onze Gerechtigheid’(Jer. 23:6). 

De Naam God, zowel attributief (Joh. 1:1). ‘Het woord was God’, alsook als onderwerp (subjective), (Hand. 20:28). God heeft de kerk vrijgekocht met Zijn bloed (zie ook Ps. 45:7 en 1 Tim. 3:16). 

De Naam Heere ‘De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere’ (Ps. 110:1). Alsook tezaamverbonden, ‘Mijn Heere en Mijn God’ (Joh. 20:28). 

Hij wordt ook genoemd de ‘Onderzoeker van nieren en harten’ (Openb. 2:23).

‘Koning der koningen en Heere van de heeren’ (Openb. 17:14). ‘Het Begin en het Einde, de Alpha en de Omega, de Eerste en de Laatste’ (Openb. 19:16). Alsook door Paulus ‘God boven alles te prijzen in der eeuwigheid’ (Rom. 9:5). ‘De Heere der heerlijkheid’ (1 Kor. 2:8). ‘Die grote God’ (Tit. 2:13). En eindelijk door Johannes ‘de ware God en het eeuwige leven’ (1 Joh. 5:20, enz.).

Naar paragraaf