Klik op één
van de segmenten!
Gekoppelde paragrafen met "Goedheid"
Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 1
Petrus van Mastricht (1630-1706)
Deel 1/6 - De voorkennis van de godgeleerdheid - Het geloof in God.
Boek II - Hoofdstuk 16 Gods goedheid
16.1De volmaaktheid van Gods wil is Zijn goedheid
Evenals Gods waarachtigheid voortvloeit van het verstand, omdat het zich tot het ware uitstrekt, zo is Zijn goedheid van de wil, omdat die zich tot het goede uitstrekt.
Wanneer Gods goedheid eenvoudigerwijs* overwogen wordt, wordt ze, als begeerlijk en mededelend, in het bijzonder Gods ‘goedheid’ genoemd.
Wanneer ze beschouwd wordt als het goede mededelend uit een zuivere en loutere neiging ofwel welbehagen, wordt ze ‘liefde’, ‘genade’ of ‘barmhartigheid’ genoemd.
Wanneer ze in die mededeling voorkomt als, om zo te zeggen, volgens enige regel werkzaam, wordt ze ‘rechtvaardigheid’ genoemd.
Wanneer ze beschouwd wordt als overeenkomstig met die regel voor doen en laten die Hij aan de redelijke schepselen voorgeschreven heeft, wordt ze ‘heiligheid’ genoemd.
Elk van deze zaken zullen wij in het vervolg afzonderlijk behandelen.
Goedheid eigent de Zaligmaker aan God toe in Matthéüs 19:17.