Klik op één
van de segmenten!
God de Heilige Geest
Gekoppelde paragrafen met "God de Heilige Geest"
Handboek Dogmatiek
Johannes à Marck (1656-1731)
Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.
Hoofdstuk 5 De Drie-eenheid van de Goddelijke Personen
5.23De Heilige Geest is een waarachtige Persoon
De ketterijen aangaande de Heilige Geest zijn meer gevarieerd. Daarom moeten wij op dit punt ook meer onderscheiden stellingen naar voren brengen.
Stelling 1. Hij is een waarachtige Persoon.
Dit blijkt uit:
Zijn persoonlijke Namen. Hiermee vergelijkt men de Griekse samenvoeging van het woord ‘Geest’ met ‘Die’, en niet met ‘het’ of ‘dat’, zoals anders volgens de regels gebruikelijk is (Joh. 15:26; Joh. 16:13-14).
Zijn persoonlijke volmaaktheden, van verstand en wil met wat daarbij hoort (1 Kor. 2:10; 12:11).
Zijn persoonlijke werken, zowel inwendig als uitwendig, bijvoorbeeld de gelovige leren, leiden en troosten (Joh. 14:16,26; Joh. 16:13).
Zijn persoonlijke zinnebeelden, zowel van een duif (Matth. 3:16) als van vurige tongen (Hand. 2:3-4).
In al deze gevallen mag men niet naar eigen goeddunken de toevlucht nemen tot een verzonnen pure ‘verpersoonlijking’.
Tegenwerpingen beantwoord
Hier stellen de socinianen zich tegen, als zij de Heilige Geest noemen: een ‘kracht’, ‘gave’, ‘werkzaamheid’, ‘aanblazing’, ‘hoedanigheid van God’, of ‘iets midden tussen God en het schepsel’, enz.
Zij komen aan met:
De Schriftplaatsen waarin ‘de Geest’ lijkt te worden verklaard door ‘de kracht’ (o.a. Luk. 24:49; 1 Kor. 2:4): ‘De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen’ (Luk. 1:35).
Antwoord. Wij merken hierover op dat de Heilige Geest evengoed een persoonlijke ‘Kracht’, als de Zoon een persoonlijke ‘Wijsheid’ en een persoonlijk ‘Woord’ van God de Vader kan zijn en genoemd worden. Bovendien kunnen de aangehaalde plaatsen zeer gepast zó worden opgevat, dat aan de Heilige Geest een kracht waardoor Hij werkt wordt toegeschreven, maar Hij Zelf niet tot een kracht wordt gemaakt.
Alle Schriftplaatsen waarin over de ‘zending’, ‘gave’ of ‘uitdeling’ en ‘mededeling’ van de Geest gesproken wordt (o.a. Joh. 14:16; Hand. 11:17; 1 Joh. 4:13).
Antwoord. Door ‘zending’ en ‘gave’, die ook voor de Zoon gebruikt worden (Joh. 17:3; Jes. 9:5), wordt de persoonlijkheid niet uitgesloten.
Soms wordt de naam ‘Geest’ in oneigenlijke zin gegeven aan Zijn gaven en werkingen in de mensen, vanwege hun nauwe vereniging met de Gever en Werker. Dit gebeurt ook enigszins in de naam ‘de geest der wereld’ (1 Kor. 2:12). Maar daardoor wordt de eigenlijke en eerste betekenis van het woord niet weggenomen.