Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

 

Gekoppelde paragrafen met "Engelen"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 2

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 2

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 2/6 - De werken van God - De zonde van de mens.

Boek III - Hoofdstuk 7 De goede engelen

7.1De beschouwing van de goede engelen

Wij hebben de redeloze schepselen beschouwd, waarin en waardoor de Schepper bedoeld heeft de algemene eer en heerlijkheid van Zijn wijsheid, macht en goedheid te openbaren. 

Nu volgen de redelijke schepselen, waarin en waardoor de Schepper bedoeld heeft de eer en heerlijkheid van Zijn predestinatie, dat is: van Zijn barmhartigheid en wrekende gerechtigheid, te openbaren, namelijk: de engelen en de mensen, omwille van wie de overige schepselen geschapen zijn. 

Wij zullen eerst de engelen beschouwen, zoals zij in zichzelf door de schepping goede engelen zijn, en zoals zij door hun eigen schuld kwade engelen geworden zijn. 

Het bewijs van het eerste leerstuk stelt de apostel ons voor in Hebreeën 1:7.

Naar paragraaf