Klik op één
van de segmenten!
Dwaling: onderscheid tussen Oude en Nieuwe Testament
Gekoppelde paragrafen met "Dwaling: onderscheid tussen Oude en Nieuwe Testament"
Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 1
Petrus van Mastricht (1630-1706)
Deel 1/6 - De voorkennis van de godgeleerdheid - Het geloof in God.
Boek I - Hoofdstuk 2 De Heilige Schrift
2.30Vierde vraag: heeft het Nieuwe Testament een Goddelijk gezag?
Het laatste en het belangrijkste geschilpunt tussen ons en de Joden gaat over het Evangelie, ofwel over het Nieuwe Testament: is dat Goddelijk en door Gods Geest ingegeven, van een onfeilbare waarheid en van een Goddelijk gezag, net zoals het Oude Testament?
De wederdopers bestrijden het Oude Testament, wanneer zij menen dat het afgeschaft is, omdat wij nu niet meer onder de wet zijn.
De socinianen bestrijden het, wanneer zij zijn gezag en waardigheid verkleinen, en menen dat het bijna nutteloos is om gelezen te worden, omdat de godsdienst van het Oude Testament in het wezen zelf verschilt van de godsdienst van het Nieuwe Testament.
Allen ondertussen die Christus belijden, stemmen toe dat het Oude en het Nieuwe Testament van een en dezelfde waarheid en autoriteit zijn.
Daarentegen verzetten de Joden zich tegen het Nieuwe Testament, uit pure haat tegen onze Messías Jezus en tegen het Evangelie. Zij aanvaarden noch de waarheid, noch het Goddelijke gezag ervan.
De gereformeerden stellen dat het Nieuwe Testament van een en dezelfde waarheid en gezag is als het Oude Testament. In dit verschil bevindt zich de spil waar alle andere geschilpunten met de Joden om draaien, en ook de pilaar en de vastigheid (1 Tim. 3:15) van het hele christendom.
Daarom moeten wij hier volgens een vaste leerorde te werk gaan, om de Joden allereerst de algemene waarheid van het Nieuwe Testament en dan van het Goddelijk gezag ervan af te dwingen.
De waarheid van het Nieuwe Testament
Wij bewijzen de waarheid van het Nieuwe Testament met de volgende zaken:
Dezelfde argumenten waarmee de Joden de waarheid van het Oude Testament zullen kunnen bewijzen.
De geloofwaardigheid van de schrijvers, want:
Zij zijn ooggetuigen geweest van de zaken die aangaande Christus verhaald worden (Joh. 19:35; 1 Joh. 1:4; Hand. 4:20), net zoals de schrijvers van het Oude Testament.
Hier zijn getuigen geweest, niet enkele afzonderlijke personen, niet twee of drie (Deut. 17:6), maar twaalf, ja, meer dan vijfhonderd broederen (1 Kor. 15:6-8). In het stuk van Elía’s hemelvaart geloven de Joden alleen maar één Elísa, en dat met recht.
Zij hadden geen oorzaak om te liegen vanwege ereambten of vanwege schatten en rijkdommen en andere voordelen. Dit blijkt uit zoveel gevaren, schade, vervolgingen, lasteringen, armoede en andere dingen meer, waaraan zij blootgesteld zijn geweest.
In hun verhalen hebben zij hun eigen misslagen en gebreken niet verschoond (Luk. 18:34; Luk. 22:24; Matth. 16:22).
Zij vertelden het toen de meesten nog in leven waren, die bij de vertelde zaken tegenwoordig waren geweest, die Jezus gezien en gehoord hadden en aan wie de meeste dingen aangaande Christus grondig bekend waren.
Zij voegen bij hun vertellingen de omstandigheden van plaatsen, tijden en feesten waaronder ze voorgevallen zijn. En ze verschillen hierin niet, hoewel ze heel dikwijls van elkaar verschilden doordat ze in verschillende plaatsen of tijden leefden.
Zij vertellen niet wat hier of daar heimelijk in een hoek gebeurd is, maar wat openlijk in het licht van allen verricht is, terwijl zelfs de vijanden tegenwoordig waren.
Zij hebben hun verhalen met ondraaglijke folteringen en met een wrede dood verzegeld (2 Kor. 4:8,9; 2 Kor. 11:24-26; 1 Kor. 4:9-12).
Zouden dan zulke schrijvers niet waarachtig en geloofwaardig zijn?
De waarheid van de beschreven zaken. Deze blijkt uit hun algemene en allernauwkeurigste overeenstemming met de Schriften van het Oude Testament, die ongetwijfeld Goddelijk zijn, en ook uit hun eigen toestand en gesteldheid, want:
Alle beschreven zaken, die zoveel in getal zijn en zowel in plaatsen als in tijden zozeer verschillen, komen en stemmen toch zo nauwkeurig overeen:
Met de natuur en gesteldheid van de zaken.
Met alle andere ware geschiedenissen, hetzij Joodse, hetzij heidense, wat de verklaarders bij elke historie afzonderlijk zullen aantonen.
Ja, met de Joden zelf. Sommigen hebben bewezen – onlangs ook Joseph de Voisin in zijn voorwoord op Pugio fidei Raymundi Martini ordinis praedicatorum adversus Mauros et Judaeos (Raymond Martini van de predikersorde, de dolk van het geloof tegen Moren en Joden) – dat de meeste plaatsen van het Oude Testament die in het Nieuwe Testament aangehaald worden, door de oude Joden in dezelfde zin uitgelegd en verklaard zijn geweest.
Het kan zeer gemakkelijk bewezen worden, en is ook uit het Oude Testament daadwerkelijk bewezen, dat de voornaamste hoofdzaken van het Nieuwe Testament zeer duidelijk in het Oude Testament gevonden en gelezen worden.
Laat ik er nog aan toevoegen dat de vijanden van het Evangelie, zowel die toen tegenwoordig waren als die daarna gevolgd zijn, het Nieuwe Testament nooit met gegronde argumenten van enige onwaarheid overtuigd hebben. Nu blijft ieder geschrift net zolang waarachtig tot het op goede gronden van onwaarheid overtuigd geworden is.
2.35Derde vraag: is het Oude Testament nu afgeschaft, of minder noodzakelijk om gelezen te worden dan het Nieuwe Testament?
Men vraagt: is het Oude Testament nu afgeschaft, of ten minste minder noodzakelijk en nuttig om gelezen te worden dan het Nieuwe Testament?
Het gevoelen van verschillende partijen
Enerzijds dwalen hier de Joden, die het Nieuwe Testament geheel en al verwerpen. Hen hebben wij al eerder verslagen.
Maar anderzijds dwalen hier de manicheeërs, die het Oude Testament verwerpen, als zou dat voortgekomen zijn van een kwaad beginsel.
De wederdopers zijn van gedachte dat het Oude Testament nu afgeschaft is, omdat gezegd wordt dat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn. Op deze manier verwarren zij de wet met het Oude Testament.
De socinianen dwalen hier ook, omdat zij stellen dat de godsdienst van het Oude Testament in zijn hele wezen verschillend is van de godsdienst van het Nieuwe Testament. Onder het Oude Testament zouden de mensen zijn zalig geworden door de onderhouding van de wet, terwijl wij zalig zouden worden door de onderhouding van het Evangelie. Zij menen dat het lezen van het Oude Testament niet noodzakelijk is, of ten minste minder nuttig.
Het gevoelen van de gereformeerden
Daarentegen stellen de gereformeerden dat ook onder het Nieuwe Testament beide Testamenten een gelijk Goddelijk gezag hebben, en dat bijgevolg het Oude Testament even noodzakelijk en nuttig is om te lezen als het Nieuwe Testament.
Onze redenen zijn:
De boeken van het Oude Testament zijn evengoed ‘van God ingegeven’ als die van het Nieuwe Testament; ‘al de Schrift’ (2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:20,21). Daarom zijn ze ook van een onfeilbare waarheid en autoriteit.
Het Oude Testament is evengoed aan de kerk tot een regel van geloof en zeden gegeven als het Nieuwe Testament (Ps. 147:19,20; Rom. 3:2; Rom. 9:4).
Men leest nergens dat het Oude in het Nieuwe Testament afgeschaft is.
Nee, maar daarentegen wordt het door Christus bevestigd en bekrachtigd, zowel door Zijn bevel (Joh. 5:39; Matth. 5:17,18) als door Zijn praktijk (Luk. 24:27). Hij zendt en wijst heen naar het Oude Testament (Luk. 16:29). Bovendien weerlegt Hij Zijn tegenpartijen gedurig uit het Oude Testament (Matth. 4:7; Matth. 19:13; Matth. 12:3,4; Matth. 22:29,43). Datzelfde gebeurt ook door de apostelen; door Petrus (Hand. 3:20); door Paulus (Hand. 18:28; enzovoort).
De hele leer van het Nieuwe Testament ligt vervat in het Oude Testament. Paulus verklaart in Handelingen 26:22 dat hij niets gezegd heeft buiten het Oude Testament. Dit ging zover dat de Bereeërs de leer van het Nieuwe Testament onderzocht hebben uit het Oude Testament (Hand. 17:11). Ja, er wordt gezegd dat alle profeten getuigenis geven aan Jezus (Hand. 10:43; Luk. 24:27).
Enige hoofdstukken van ons geloof staan zelfs duidelijker en uitvoeriger beschreven in het Oude dan in het Nieuwe Testament, bijvoorbeeld de schepping van de wereld en de val van de mens.
Het Oude Testament wordt het fundament van het christelijk geloof en van de christelijke kerk genoemd (Ef. 2:20; Hand. 24:14).
Het Oude Testament heeft ook nu nog onder het Nieuwe Testament een verscheiden en krachtige nuttigheid (2 Tim. 3:15-17; Rom. 15:4).