Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

 

Gekoppelde paragrafen met "Barmhartigheid"

Handboek Dogmatiek

Handboek Dogmatiek

Johannes à Marck (1656-1731)

Johannes à Marck (1656-1731)

Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.

Hoofdstuk 4 God, in Zijn Namen, Wezen en eigenschappen

4.43Gods goedheid – Zijn barmhartigheid

Van Gods genade verschilt Gods barmhartigheid nauwelijks, behalve dat Gods barmhartigheid ook betrekking heeft op de ellende van het voorwerp. Desondanks worden beide woorden in het Hebreeuws dikwijls door elkaar heen gebruikt. 

Lees over deze barmhartigheid de volgende Schriftplaatsen (Ex. 34:6; Luk. 6:36): ‘De Vader der barmhartigheden’ (2 Kor. 1:3). ‘God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, ...’ (Ef. 2:4). 

Denk bovendien aan de gelijkenissen van:

  • Een medelijdende herder (Jes. 40:11).

  • Een ontfermende vader (Ps. 103:13; Jer. 31:20; Hos. 11:8-9).

  • Een teerhartige moeder (Jes. 49:15). 

Verder moet hier nog opgemerkt worden dat niet de ellende van de mens, maar alleen Gods goedheid de oorzaak van de gunst en het gunstbetoon is: ‘Ik zal Mij ontfermen diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn dien Ik barmhartig ben’ (Rom. 9:15). 

Daarom oefent God Zijn barmhartigheid niet aan allen gelijk, maar het meest aan de uitverkorenen als ‘vaten der barmhartigheid’ (Rom. 9:23). Tegelijk is de oefening van Zijn rechtvaardige wraak tegenover de vaten des toorns hier echter altijd gematigd door een inmengsel van barmhartigheid. 

Naar paragraaf