Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Werkverbond - Bedreiging

Gekoppelde paragrafen met "Werkverbond - Bedreiging"

Handboek Dogmatiek

Handboek Dogmatiek

Johannes à Marck (1656-1731)

Johannes à Marck (1656-1731)

Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.

Hoofdstuk 14 De staat van de eerste rechtheid

14.21De bedreiging van de dood – de verbondszegels

Het onafscheidelijke verband tussen het beloofde leven en de voorgeschreven gehoorzaamheid heeft God ook getoond door:

1. De bedreiging van de dood ingeval van ongehoorzaamheid of overtreding. Deze bedreiging is hier zonder enige bepaling door Mozes voorgesteld en moet men dus in zijn breedte verstaan: zowel van de tijdelijke dood met zijn voorafgaande kwade dingen van dit leven als van de geestelijke en eeuwige dood (waarover in hoofdstuk 16 uitvoeriger zal worden gehandeld).

2. De verbondszegels of sacramenten, die tot bevestiging van de Goddelijke belofte erbij zijn gevoegd door Gods goedheid, niet tegen een tegenwoordige, maar tegen een in de toekomst mogelijke ongelovigheid van Adam. Daarom kunnen zij hier niet ongepast worden geoordeeld.

 

Deze verzegelende tekenen van het werkverbond tellen onze geleerden tot twee, drie of vier op. Sommigen, maar geenszins allen houden voor sacramenten:

a. De sabbat, zoals die al vóór de val aan Adam is gegeven. De sabbat heeft immers, zowel in zijn rust van het gewone werk als in de openbare en plechtige dienst van God, tot een zinnebeeld en zegel van de hemelse gelukzaligheid kunnen dienen.

b. Het paradijs. Het paradijs wordt niet alleen doorgaans bij de Joden, maar ook in de Schrift overgebracht tot de betekenis van ‘de hemel’ (Luk. 23:43; 2 Kor. 12:4) en heeft de hemel ook heel gepast voorgesteld: in Gods bijzondere planting (vgl. Hebr. 11:10), in al zijn sieraad, aangenaamheid en overvloed, in de inwoning van God en de mens in de staat der rechtheid, en in Adams overbrenging van de overige aardbodem in het paradijs, die door God Zelf heeft plaatsgevonden.

c. De boom der kennis des goeds en des kwaads. Deze boom strekte door het willekeurige gebod van God wel tot beproeving van Adams gehoorzaamheid, maar verzekerde Adam tevens – door de boom te beschouwen, met onthouding van het verdere gebruik – dat hij geen dood te vrezen, maar het leven zeker te verwachten had. Daarom wordt hij door sommigen ook een ‘sacrament van beproeving’ genoemd. 

Hiertegen wordt tevergeefs door anderen ingebracht dat de kracht van een sacrament in het gebruik daarvan bestaat, terwijl het aan de mens verboden is geweest om deze boom te gebruiken. Immers, door het verbod op het eten van zijn vrucht is geenszins het gepaste gebruik van de beschouwing van deze boom tegengegaan. Zo heeft ook de regenboog als een teken van het verbond op geen andere wijze gebruikt kunnen worden (Gen. 9:12-13), en mochten verschillende offeranden, die ook tekenen van Gods bijzondere genade waren, niet anders gebruikt worden. 

Naar paragraaf