Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gekoppelde paragrafen met "Tijdelijke dood"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 2

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 2

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 2/6 - De werken van God - De zonde van de mens.

Boek IV - Hoofdstuk 4 De straf en de staat der zonde

4.13De lichamelijke dood is de tweede straf op de zonde

De lichamelijke dood is de tweede straf op de zonde (Ps. 90:3,5,6,8,10; Hebr. 9:27). Want hij is niet van de natuur, daar hij een vernieling van de natuur is. Ook kan hij niet in zichzelf begeerd worden door iemand die goed is, laat staan door Hem Die het hoogste Goed is. Hij kan dan ook door God nergens anders om begeerd en toegezonden worden, dan vanwege de zonde en tot vergelding van de zonde, waarin de reden en natuur van een straf bestaat. 

En niet alleen is de lichamelijke dood zelf een straf, maar ook al zijn aanhangsels en voorbereidsels, zoals:

- Verlies van vlugheid van geest, gezondheid en krachten (Job 14:1,2; Ps. 90:8,10), waardoor de band tussen ziel en lichaam als het ware losgemaakt en langzamerhand ontbonden wordt.

- Verlies van de heerschappij over de schepselen, die vanwege de zonde het juk van de mens afschudden, en in plaats van knechten van de mens zijn vijanden worden (Job 5:22,23; Hos. 2:17).

- Verlies van eer en luister, waarmee zijn leven voor God en voor de mensen schitterde (Rom. 3:23).

- Verlies van alles waardoor dit leven óf in stand gehouden óf geëerd wordt, waarvan armoede, versmaadheid en verachting komt (Deut. 28:21,22,27-29; Spr. 6:11).

Naar paragraaf