Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gekoppelde paragrafen met "Erfzonde"

Handboek Dogmatiek

Handboek Dogmatiek

Johannes à Marck (1656-1731)

Johannes à Marck (1656-1731)

Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.

Hoofdstuk 15 De zonde de mens, en haar verschillende soorten

15.20De gevolgde zonde, en wel eerst de erfzonde – de namen voor de erfzonde

Nu komen wij terug tot de behandeling van de zonde, en wel ‘de zonde die op de eerste zonde gevolgd is’, en die in ‘erfzonde’ en ‘dadelijke zonde’ wordt onderscheiden.

De ‘erfzonde’ heeft in het Latijn de naam ‘oorspronkelijke zonde’, omdat zij niet alleen met het begin van onze geboorte, ja, enigszins van de wereld, haar oorsprong heeft, maar ook zelf tegelijk een oorsprong van alle dadelijke zonden is. 

De Joden spreken over een ‘kwaad bedenksel’ of een ‘kwade begeerlijkheid’, waaraan volgens hen in de Schrift zeven namen gegeven worden en die zij van de ontvangenis [conceptie] der mensen afleiden. 

In de Schrift zelf lezen wij over ‘zonde’ bij uitstek, en over ‘inwonende’ en ‘bijliggende zonde’, of oneigenlijk over ‘vlees’, ‘het lichaam der zonde’, ‘de leden die op de aarde zijn’, ‘de oude mens’, ‘de wet der leden’ en ‘de wet der zonde’, of meer eigenlijk over ‘begeerlijkheid’. 

De kerkleraars spreken over een ‘overgebracht kwaad’, een ‘huiskwaad’, een ‘ondeugd’ of ‘gebrek van de natuur’, een ‘ingestorte besmettelijkheid’, een ‘tondel[1] van het kwaad’, enz. 

Hierbij valt nog op te merken dat de naam ‘erfzonde’ soms ook wordt uitgestrekt tot de toerekening van Adams misdaad, die de grond van de natuurlijke verdorvenheid is. Om die reden onderscheidt men de erfzonde dan in ‘toegerekende erfzonde’ en ‘inklevende erfzonde’. Maar meestal beperkt men de erfzonde tot de natuurlijke verdorvenheid. 


 

[1] Licht ontvlambaar materiaal om vuur te maken.

Naar paragraaf