Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gekoppelde paragrafen met "Maagd Maria"

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie

André Rivet (1572 - 1651)

André Rivet (1572 - 1651)

De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.

Hoofdstuk 19 Over de afgodendienst

19.20Mariaverering

Deze afgoderij verdubbelen zij bij de verering van de gelukzalige maagd Maria zo, dat zij Gode hetzij in woorden hetzij in doen, niets eigens overlaten; ja zij verheffen haar boven Christus, God in eeuwigheid geprezen, als een die Hem ook in dezen staat van de heerlijkheid beveelt. Want zij spreken zo, ‘Wat is dat, moeder Gods zijn? De moeder is de oorzaak van de Zoon, de moeder staat boven de Zoon, aan de moeder is eer verschuldigd door de Zoon, de Zoon is gehouden de moeder ter wille te zijn’. Franciscus Costerus (In Hymnum Ave Maris Stella Meditationes) die haar ook ‘almacht in de hemel en op aarde’ toekent, en anderen ‘het rijk van de barmhartigheid en de uitdeling daarvan’, Gabriel Biel (Sacri canonis missae exposition, lezing 80), haar door God opgedragen, terwijl Hij voor zichzelf het rijk van de gerechtigheid reserveert. Vandaar is het geschied, dat zij na Bonaventura, in een psalm tot dat doel samengesteld, alle dingen die in de psalmen Gode en Christus worden toegekend, met verandering van de naam Dominus in Domina (meesteres), met de grootste heiligschennis aan haar toewijzen.

Naar paragraaf

Hoofdstuk 25 Over de vleeswording van de Zoon van God en de persoonlijke vereniging der twee naturen in Christus

25.20Bovennatuurlijk ontvangen

Hij is dus op bovennatuurlijke wijze ontvangen, namelijk, ‘van de Heilige Geest’, dat is, daar Diens kracht onmiddellijk werkte, Die bloed en zaad genomen in en uit de maagd Maria, en in de schoot ontvangen vruchtbaar gemaakt heeft, opdat anders ongeschikt zaad geschikt zou worden voor de voortbrenging; en derhalve wordt ten opzichte daarvan in het bijzonder gezegd dat Hij niet geteeld maar geworden is (Rom. 1:3; Gal. 4:4). En Hij heeft dat bovendien van alle besmetting en onreinheid, welke, gelijk in de andere mensen, zo ook in Maria geweest is (Job 4:4; Ps. 51:7), gereinigd en geheiligd, en voorts heilig bewaard; en daarom wordt ‘Hetgeen in haar gegenereerd is, heilig’ geheten (Luk. 1:35).

Naar paragraaf