Klik op één
van de segmenten!
Lijden van Christus
Gekoppelde paragrafen met "Lijden van Christus"
Synopsis - Overzicht van de zuiverste theologie
André Rivet (1572 - 1651)
De Synopsis Purioris Theologiae kan worden beschouwd als het begin van de theologische verwerking van de tijdens de Dordtse synode opgestelde leerregels.
Hoofdstuk 27 Over de staat der vernedering van Christus
27.4Het lijden van Christus
Over dit laatste moeten wij een uiteenzetting opstellen, waarin de drie trappen daarvan beschouwd worden:
- Wat aan de kruisiging voorafgaat met de kruisiging zelf en de daarop volgende dood.
- De begrafenis.
- Het nederdalen ter hel.
Wij nemen het begin van dit lijden eigenlijk vanaf de gevangenneming, ook al kan en moet hetgeen Hem tevoren overkomen is, en wat door anderen het ‘voorlijden’ (propatheiai) genoemd wordt, daarin opgenomen worden, wanneer het een deel uitmaakt van die gehoorzaamheid, welke in haar volledigheid verstaan wordt; om deze oorzaak wordt in de Geloofsbelijdenis de overgang gemaakt wordt van de geboorte van Christus naar de dood, die de overige gehoorzaamheid met zich medebrengt.
Hoofdstuk 29 Over de voldoening van Jezus Christus
29.14Een wrede en smadelijke dood
Deze dood wordt verder in de heilige Schriften met deze hoedanigheden voorgesteld; als wreed en bloedig, èn als smadelijk en vervloekt. Beide worden door de benaming van straf, bloed en dood van het kruis aangeduid, ‘Hij is gehoorzaam geweest tot de dood, ja de dood van het kruis’ (Fil. 2:8). Bijzonder wordt wel een ‘gewelddadige en bloedige dood’, door het woord bloed uitgedrukt (Kol. 1:21,22). ‘God heeft de Kerk verkregen door zijn bloed’(Hand. 20:28). ‘Die Hij voorgesteld heeft tot een verzoening door Zijn bloed’(Rom. 3:25). ‘Wij hebben de verlossing door zijn bloed’(Ef. 2:13). Een ‘smadelijke en vervloekte’ echter, die door het woord ‘verachting’ (Jes. 53:3; Ps. 22:7) en door ‘kruis’ wordt gekentekend, dat verbonden wordt met ‘schande’(Hebr. 12:2), en met ‘ergernis’ (Gal. 5:11), en ‘vervloeking’(Gal. 3:13). ‘Vervloekt is een ieder die aan het kruishout hangt.’