Klik op één
van de segmenten!
Geboorte van Christus
Gekoppelde paragrafen met "Geboorte van Christus"
Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 3
Petrus van Mastricht (1630-1706)
Deel 3/6 - De verlossing door Christus.
Boek V - Hoofdstuk 10 De menswording van de Middelaar
10.1De eerste trap van Christus’ vernedering: Zijn menswording
Tot hiertoe hebben wij de vernedering van de Middelaar meer in het algemeen overdacht. Nu zullen we deze wat meer in het bijzonder overdenken, en wel langs deze vier trappen:*
1. De menswording van de Middelaar.
2. Zijn leven.
3. Zijn dood.
4. Zijn nederdaling in het graf en ter helle.
De menswording sluit deze twee zaken in: de ontvangenis en de geboorte van de Middelaar, die aangewezen worden in de perikoop van Lukas 1:35. De aanneming van de menselijke natuur door de Goddelijke Persoon, en de vereniging van de menselijke natuur met de Goddelijke Persoon, hebben wij immers al in hoofdstuk 4 onderzocht en verklaard.
10.8De geboorte in de tijd
Dan volgt nu de geboorte:
1. Niet die eeuwige geboorte (zie hierover Ps. 2:7; Micha 5:1), die Hem ten aanzien van de Goddelijke natuur toekomt, en waarnaar Hij Zoon genoemd wordt (Jes. 9:3) en de eerste Persoon van de Drie-eenheid tot Vader heeft (Matth. 3:17).
2. Niet die geestelijke geboorte, die door Geest en Woord plaatsvindt in de harten van de gelovigen (deze wordt aangewezen in Gal. 4:19).
3. Maar die tijdelijke geboorte, waardoor Hij, nadat Hij door Zijn moedermaagd van de Heilige Geest ontvangen was, is tevoorschijn gebracht in het licht van deze wereld, volgens:
- Zoveel voorzeggingen van het Oude Testament (Gen. 49:10; Num. 24:17; Jes. 7:14; 9:5; 11:1; Jer. 31:22; Micha 5:1; Hagg. 2:8).
- Zoveel schaduwen en voorbeelden: in de brandende braambos (Ex. 3:3), de staf van Aäron (Num. 17:8), het vlies van Gideon (Richt. 6:37 e.v., vgl. met Ps. 72:6; Jes. 45:8).
- De geschiedenis die wij vinden in Lukas 2 en Matthéüs 1:11.
Wat betreft deze geboorte komen ons ter overweging voor:
(1) De oorzaken van de geboorte.
(2) De Geborene.
(3) De geboorte.
(4) De omstandigheden van de geboorte:
a. Voorafgaande of vergezellende omstandigheden:
- De tijd van de geboorte.
- De plaats van de geboorte.
b. Volgende omstandigheden, in vernedering en heerlijkheid.
(5) De doeleinden van de geboorte.
10.32Eerste praktijk: Christus’ ontvangenis en geboorte bevestigen ons geloof dat Hij de vertoonde Messías is
Over de betrachting van de menswording van Christus hebben wij reeds in hoofdstuk 4 gehandeld, en hier rest niets dan dat wij een soort nalezing doen.
Ten eerste bevestigen de ontvangenis en de geboorte van Jezus bij uitnemendheid ons geloof dat de oudtijds beloofde Messías ontwijfelbaar gekomen is, en dat onze Jezus, en Hij alleen, die Messías is, want:
Aan Hem geeft getuigenis:
1. De vooraf aankondigende engel Gabriël, van God gezonden naar Nazareth, tot Zijn moeder zelf, om haar de ontvangenis en de geboorte van de Messías bekend te maken (Luk. 1:26,31,35).
2. De aankondigende engel, dat Hij al geboren was (Luk. 2:11),
3. Een geheel heirleger van engelen, die God vanwege de geboorte van de Messías met lofzangen verheerlijken (vers 13,14).
4. Bovendien, de ondervinding van de herders, die op de vermaning van de engel Hem ijverig gezocht en gevonden hebben (vers 15,16).
5. De ervaring van de Wijzen uit het oosten, die met een zo grote ijver en toerusting, terwijl ze door een buitengewone ster vermaand waren, Hem gezocht en gevonden hebben (Matth. 2:1-13).
6. De ondervinding van Simeon, die, door Goddelijke aanspraak van de Heilige Geest vermaand, nadat hij Hem in zijn armen ontvangen en omhelsd had, God zeer vrolijk daarover prijst en roemt (Luk. 2:25-35).
7. De ondervinding van Anna de profetes (vers 36).
8. Laten wij er de ondervinding van Johannes de Doper aan toevoegen, die Hem ook zelfs met de vinger aanwijst (Joh. 1:15,19,29).
Zo hebben wij hierin allerlei soorten van getuigen: engelen en mensen, mannen en vrouwen, geletterden en ongeletterden.
9. Bij dat alles komt het getuigenis van de zaak zelf, wanneer wij in de geschiedenis van Zijn ontvangenis en geboorte al die omstandigheden vernemen, die aangaande de Messías voorzegd zijn. Want:
a. Als u let op de tijd, Hij is geboren toen het Joodse volk onder het juk van de Romeinen gebracht was, toen Augustus tot bewijs daarvan het volk ter schatting opschreef (Luk. 2:1), bijgevolg, toen de scepter en de wetgever weggenomen waren, wat voorzegd was (Gen. 49:10). De zeventig jaarweken waren nu vervuld (Dan. 9:24) en de tweede tempel stond er nog (Hagg. 2:8; Mal. 3:1).
b. Als u de plaats beschouwt, Hij is geboren te Bethlehem, volgens de voorzegging (Micha 5:1).
c. Als u ziet op de familie, Hij is gesproten uit de stam van Juda, als een Zoon en Spruite van David (Luk. 3:23; Matth. 1:1-16), volgens de voorzeggingen (o.a. Gen. 49:10; Jes. 11:1).
d. Als u denkt aan Zijn moeder, Hij is uit een maagd geboren (Luk. 1:17,34), opdat Hij dat Zaad van de vrouw zou zijn, dat voorzegd was (Gen. 3:15; Jes. 7:14).
e. Als u acht geeft op de voorloper, Hij is geboren na Johannes de Doper (Luk. 1:13,17), wat voorzegd was (Mal. 3:1; en 4:5; Jes. 40:3-5).
Ook kan uit de Schrift geen enkele omstandigheid getoond worden, die aangaande de ontvangenis en de geboorte van de Messías voorzegd is, maar niet in de ontvangenis en de geboorte van onze Jezus zichtbaar is. Dus laat nu geen reden toe om zelfs maar het allerminst te twijfelen aan twee fundamentele waarheden van het christelijke geloof:
- Dat de Messías al geboren is.
- Dat onze Jezus die Messías is.
Wanneer dan het geloof aangaande deze stukken beide goed bevestigd is, zullen wij ook des te bereidwilliger zijn om:
- De weldaden te verwachten, die ons in de Messías zo overvloedig beloofd zijn.
- Van onze kant die plichten aan de Messías te bewijzen, die wij aan Hem verschuldigd zijn.
Hierover zal in het vervolg wat uitgebreider nagedacht worden.