Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gekoppelde paragrafen met "Regering van Christus"

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Theoretisch-praktische godgeleerdheid - Deel 4

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Petrus van Mastricht (1630-1706)

Deel 4/6 - De toepassing van de verlossing - De kerk.

Boek VII - Hoofdstuk 7 De regering van de kerk

7.6Ten derde: de Fontein en Springbron van de kerkelijke macht

De Fontein en Springbron van deze – eigenlijk geestelijke – macht is Jezus Christus als Middelaar ofwel Hoofd van de kerk (Ef. 1:22,23), aan Wie alle macht gegeven is (Matth. 28:18,19; Filipp. 2:9,10; Jes. 9:6,7; Luk. 1:32,33; Joh. 5:22,27; Openb. 3:7). Daarom wordt Hij genoemd:

  • Een ἡγεμών, ‘Leidsman’ (Matth. 2:6).

  • De ‘grote Herder der schapen’ (Hebr. 13:20).

  • De ‘Herder en Opziener [der] zielen’ (1 Petr. 2:25).

  • De ‘Zoon over Zijn eigen huis’ (Hebr. 3:6).

  • De enige Leermeester (Matth. 23:8,10).

  • Het ‘Hoofd des lichaams, namelijk der gemeente’ (Kol. 1:18; Ef. 5:23).

  • Het ‘Hoofd boven alle dingen’ in de gemeente (Ef. 1:22). 

  • Onze enige Heere (1 Kor. 8:6).

  • De ‘Koning der koningen en Heere der heren’ (Openb. 19:16).

  • Een ‘Heere van allen’ (Hand. 10:36).

  • De ‘Koning’, gezalfd en aangesteld door God ‘over Sion, den berg [der] heiligheid’ (Ps. 2:6).

  • ‘Koning David’ (Jer. 30:9; Ez. 34:23; Hos. 3:5). 

Deze macht heeft Hij ook geoefend door: 

  • Aan de kerk wetten te geven (Hand. 1:2; Jer. 33:22); vandaar de ‘wet van Christus’ (Gal. 6:2).

  • Inzettingen voor te schrijven, waardoor de kerk gebouwd wordt, bijvoorbeeld de verkondiging van het Woord (Matth. 10:7; Matth. 28:18-20), de bediening van de sacramenten, de Doop (Matth. 28:18-20) en het Heilig Avondmaal (1 Kor. 11:20,21,23), de oefening van de tucht (Matth. 16:19, vgl. met Matth. 18:16-18).

  • Voor Zich dienaars aan te stellen in de kerk, door wier dienst Zijn instellingen bediend en bestuurd worden (Ef. 4:7,8,11, vgl. met 1 Kor. 12:28).

  • Te willen dat de kerkelijke instellingen niet in de naam van de overheid, van de dienaars, van de kerk, enzovoort, maar in Zijn Naam bediend worden (Hand. 4:17,18; Hand. 19:5; 1 Kor. 5:4; Matth. 18:20). 

Naar paragraaf