Navigatie

Klik op één
van de segmenten!

Gekoppelde paragrafen met "Hel"

Handboek Dogmatiek

Handboek Dogmatiek

Johannes à Marck (1656-1731)

Johannes à Marck (1656-1731)

Het boek is een heruitgave van het bekende theologisch naslagwerk ‘Het merg van de christelijke godgeleerdheid’.

Hoofdstuk 34 De zalige verheerlijking van de mensen

34.29De tegenovergestelde rampzaligheid van de goddelozen

Terwijl deze grote heerlijkheid aan de vromen ten deel zal vallen, zullen de goddelozen samen met de boze engelen van Gods zalig genot uitgesloten zijn en met onuitsprekelijke smarten, hoewel in trap en mate verschillend, onophoudelijk naar ziel en lichaam beide worden gepijnigd. Dit blijkt voldoende uit de vermelding van een ‘onuitblusselijk vuur’, ‘buitenste duisternis’, ‘knagende wormen’, ‘knersing der tanden’, enz. (Hierover kan men ook hoofdstuk 16, § 10 nalezen.) De goddelozen zullen hun verblijf dus niet in de hemel hebben, en ook niet – wat sommigen mogen dromen – op deze aarde, maar in de hel, waar nu hun zielen zijn opgesloten (volgens hetgeen gezegd is in § 12). 

Hieruit volgt geen enkele ‘onderwerping van het schepsel onder de ijdelheid’ of ‘dienstbaarheid van het schepsel aan de verderfenis’, waarvan Paulus zegt dat zij ten jongsten dage zal ophouden (Rom. 8:20-22). Want deze helse gevangenis van de goddelozen zal onophoudelijk en onveranderlijk strekken tot een heerlijke vertoning van Gods rechtvaardigheid.

Naar paragraaf